18 augustus 2016.
Omgevingsrecht en de bezwaren termijnen.
Naar aanleiding van uitspraken van de Afdeling
Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de rechtsbescherming weer
een knauw gekregen en wordt in feite afbreuk gedaan aan de Algemene wet
bestuursrecht en het daarin verankerde recht om binnen 6 weken na een
kennisname of publicatie van een besluit van een overheidsorgaan daartegen
een bezwaarschrift te kunnen indienen.
In het kader van de omgevingsvergunning is er echter sprake van een andere
situatie. Wordt een aanvraag voor een omgevingsvergunning (bouwvergunning
ca.) gedaan dan wordt deze gepubliceerd. Er is dan nog geen mogelijkheid om
daartegen een bezwaarschrift in te dienen. Wordt de omgevingsvergunning
verleend dan wordt deze aan de aanvrager toegezonden en geldt de dag na
verzending van de vergunning als begindatum waarop deze vergunning wordt
geacht te zijn gepubliceerd. Punt is echter dat een gemeente behoorlijk lang
kan wachten met het publiceren dat de vergunning is verleend. Acht dagen is
geen uitzondering. En die dagen moeten dan in mindering worden gebracht op
de zes weken termijn want die is al beginnen te lopen ook al weten
belanghebbenden van niets. In het kader van de zorgvuldigheid zouden
de gemeente bij het publiceren van de aanvraag nadrukkelijk moeten aangeven
dat de termijn voor het indienen van het bezwaar korter is dan normaal.
De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift was ooit vier
weken, maar dat werd te kort bevonden en is toen verlengd naar zes weken.
Door deze wijze van handelen gaat er dus weer een stuk van de
rechtsbescherming van de burger cq belanghebbende af die de vergunning niet
heeft aangevraagd. Ingrijpen van de wetgever is gewenst.
8 augustus 2009. Evenementen op weilanden etc. toch
mogelijk.
Ten aanzien van het zogenaamde Elsrock-festival op het sportveld van het
RKSV terrein van de gemeente Rijssen-Holten is de administratieve rechter
wel heel kort door de bocht gegaan. De rechter heeft aangegeven dat het
festival niet op dat terrein mag worden gehouden omdat het in strijd is met
het bestemmingsplan. Dat is een feitelijk constatering die juist is. Echter
noch de gemeente noch de rechter hebben enige aandacht besteed aan het
nieuwe Besluit Ruimtelijke Ordening. In de aanhef van het eerste lid en
onder sub h. van artikel 4.1.1 Besluit Ruimtelijke Ordening staat het
volgende vermeld: "Voor toepassing van artikel 3.23, eerste lid, van de wet
(Wet Ruimtelijke Ordening red.) komen in aanmerking het gebruik van gronden
of bouwwerken ten behoeve van evenementen met een maximum van drie per jaar
en een duur van ten hoogste vijftien dagen per evenement, het opbouwen en
afbreken van voorzieningen ten behoeve van het evenement hieronder
begrepen". En wat zegt artikel 3.23. Dat artikel geeft aan dat het college
van burgemeester en wethouders in dat kader ontheffing kunnen verlenen van
het bestemmingsplan.
De wetgever heeft de bepaling in het Besluit WRO opgenomen omdat er in de
afgelopen jaren meer evenementen niet werden toegestaan omdat deze in strijd
met de plaatselijk geldende bestemmingsplannen waren en de rechter dus niets
anders kon dat daarop wijzen en de evenementen verbieden. Door de nieuwe
wettelijke bepalingen kunnen de colleges van de gemeenten dus ontheffing
verlenen. Een belanghebbende kan natuurlijk tegen een dergelijke ontheffing
weer een bezwaarschrift indienen. Maar wettelijk gezien zijn er in feite
geen belemmeringen meer. In de uitspraak van de administratieve rechter
wordt echter met geen woord gerept over de mogelijkheid om ontheffing te
verlenen en de het college heeft er blijkbaar niet bij stilgestaan dat deze
mogelijkheid bestaat.
1 juni 2008. Omgevingsvergunning vermoedelijk niet
eerder dan in 2011.
De Eerste Kamer der Staten Generaal heeft zich met een meerderheid
uitgesproken tegen de omgevingsvergunning. De Eerste Kamer is hierbij
gevallen over de bevoegdheden die de provincie en het rijk zouden krijgen
over de gemeenten. De Eerste Kamer leden vinden deze bevoegdheden in strijd
met de Grondwet. De gemeenten zouden door de nieuwe wet een deel van hun
autonomie inleveren. Dat is een inbreuk in het stelsel van onze
gedecentraliseerde eenheidsstaat. Dwz dat iedere gemeente autonome
bevoegdheden heeft en iedere gemeenteraad voor een groot deel zelf mag
bepalen wat goed is voor de eigen gemeente en het zogenaamde ordelijk
verloop van het maatschappelijk leven van de gemeente. Dit betekent dat
gemeenten tevens zelf verantwoordelijk zijn voor uitvoering en handhaving
van wetgeving zowel internationaal, landelijk als plaatselijk. De burgers en
ondernemers kunnen door middel van de rechter deze uitvoering en handhaving
laten toetsen. Met name de controlerende onderdelen in de nieuwe wet zien de
leden van de Eerste Kamer als een te grote inbreuk op de autonome vrijheid
van de gemeenten.
Omgevingsvergunning per 1 januari 2008 in werking.
Minister Dekker van Vrom houdt vast aan de invoeringsdatum van de
omgevingsvergunning per 1 januari 2008.
De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ligt sinds 1 maand bij
de Raad van State om advies. Deze wet moet de omgevingsvergunning
mogelijk maken.
Gemeente ambtenaren zien problemen bij de uitvoering van deze nieuwe
wet.
Naast dat er in de gemeenten zelf met afdelingen of onderdelen daarvan
geschoven zal moeten worden zitten deze ambtenaren bij de invoering van
deze nieuwe wet met diverse disciplines die in één vergunning verwoord
moeten worden. Of dit een voordeel is voor een belanghebbende burger is
maar de vraag. Indien een belanghebbende burger bezwaar maakt en zelfs
een verzoek om voorlopige voorziening aanvraagt bij de President van de
Rechbank en de President een vergunning schorst geldt dit dan voor alle
in de vergunning genoemde activiteiten? Ook een ondernemer kan hier dus
nadelen van ondervinden.
In het ambtelijk circuit is op tafel gelegd dat automatisering van
essentieel belang is voor het slagen van de omgevingsvergunning.
In het verleden hebben de gemeenten bij de uitvoering van de sociale
wetten vele miljoenen verspeeld met betrekking tot automatisering. De
vraag kan derhalve worden gesteld of de invoering van de
omgevingsvergunning hierbij een herhaling gaat worden.
Actueel 21
januari 2006
Coördinatie regeling
betreffende het verlenen van één bundel van vergunningen op grond van de
Interim-wet Stad en Milieu binnenkort van kracht.
In principe is er hier sprake van een voorloper van de
“omgevingsvergunning”die vermoedelijk in 2008 in werking zal treden
De coördinatieregeling zal begin februari in werking treden. Dit heeft
gevolgen ten aanzien van de beroepsprocedure. De gezamenlijke afgifte van de
diverse vergunningen (zoals bouwvergunning, kapvergunning, sloopvergunning,
uitritvergunning) geldt als één besluit.
De aanvragen om vergunning moeten worden gepubliceerd en de belanghebbenden
kunnen daartegen hun zienswijzen in brengen. Door de veelheid aan diverse
vergunningen kan er ook een veelheid zijn aan belanghebbenden.
Beroep tegen een afgegeven besluit (dus meerdere vergunningen in één keer)
moet rechtstreeks worden aangetekend bij de Raad van State te Den Haag, die
binnen 6 maanden op het ingestelde beroep moet beslissen.
De gemeenteraad moet eerst beslissen over de toepassing van de
coördinatieregeling. De raad heeft daarbij een vrije bevoegdheid wat wel of
niet onder de coördinatieregeling valt
Actueel
1 februari 2006
De ministerraad heeft ingestemd met het wetsvoorstel Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht (Wabo). Het wetsvoorstel integreert rond de 25 regelingen
(vergunningen, ontheffingen, toestemmingen) tot één aanvraag en één
vergunning.