29 juli 2014. Branchering
markten en niet handhaven regels nekt markten.
Bij de Nederlandse warenmarkten is
er sprake van een verder gaande branchering welke soms ongekende proporties
aan heeft genomen. Wel dames onderkleding, maar geen bovenkleding. Wel
dames- en heren bovenkleding maar geen kinderkleding mogen verkopen. Alleen
vis shoarma verkopen maar geen andere gebakken vis of gewoon verse vis.
In het kader van de bestemmingsplannen mogen gemeenten niet branchering
gelet op de Europese Diensten Richtlijn. Nu de markthandel niet als dienst
wordt gezien door de Nederlandse rechter mogen gemeenten dus brancheren. Dat
is in feite volstrekt in strijd met de Europese gedachte van vrij verkeer
van goederen, diensten en kapitaal. Zo blijven de prijzen op de warenmarkt
hoog. Dat er gebrancheerd wordt vloeit voort uit het feit dat er volgens die
gemeenten anders te veel van het zelfde op de warenmarkt kan komen te staan.
Maar ook dat saneert zichzelf wel door de vrije concurrentie en zonder
branchering.
En dan de marktregels. Daar wordt behoorlijk de hand mee gelicht. En iedere
gemeente gaat daar weer anders mee om zowel in de Marktverordening als de
wijze waarop deze uitgevoerd en gehandhaafd wordt. Indien standplaatshouders
zelf niet op hun eigen standplaats staan maar de plek aan een derde
verpachten en indien daar niet tegen op wordt getreden dat wordt iedere
vernieuwing geblokkeerd.
22 november 2013. Gemeente mag geen aanslag opleggen aan marktkooplieden.
En die aanslag heeft dan te maken met een aanslag voor stroom. Het komt in
Nederland nogal eens voor dat gemeenten marktkooplieden aanslaan voor het
gebruik van stroom op de markt terwijl de marktkoopman geen strook gebruikt.
Een aanslag wordt dan gezien als een soort solidariteitsaanslag. Maar de
Rechtbank Overijssel heeft daar een stokje voor gestoken door een
marktkoopman in het gelijk te stellen die een proces had aangespannen tegen
het Twentse belastingkantoor die namens de gemeente Enschede de aanslag
vastrecht heeft opgelegd. Een onderdeel van de aanslag vastrecht is voor het
gebruik van stroom. Echter indien er geen stroom wordt gebruikt mag de
gemeente dat ook niet in rekening brengen zo heeft de rechtbank in het
vonnis aangegeven.
30 januari 2013. Gemeente
Barendrecht weer bij de rechtbank Rotterdam inzake marktkoopman.
Marktkooplieden worden ouder en er
is niet altijd en soms helemaal geen sprake van opvolging. Met het ouder
worden komen soms ook lichamelijke beperkingen naar voren. Zo ook bij een
marktkoopman die een vaste standplaats heeft op de markt te Barendrecht.
Deze marktkoopman kan het niet altijd volhouden om tot aan het einde van de
markt zijn vaste standplaats in te nemen. Het gevolg was en is dat de
marktkoopman eerder vertrekt. En dat eerder vertrekken is een doorn in het
oog van de gemeente Barendrecht en die wilde handhavend gaan optreden tegen
de marktkoopman. Echter de marktverordening van de gemeente Barendrecht kent
ook een mogelijkheid om ontheffing te verlenen van de plicht om tot het eind
van de markt aanwezig te moeten zijn. De gemeente wilde daar in eerste
instantie niet aan mee werken. Maar een rechtelijke procedure bij de
rechtbank bracht de gemeente tot andere gedachten. Er werd, na het
overleggen van een medische verklaring van een onafhankelijke Arbo arts die
verklaarde dat de lichamelijke problemen van de marktkoopman van dien aard
zijn dat het aannemelijk is dat de marktkoopman niet tot aan het eind van de
markt aanwezig kan zijn, een ontheffing verleend voor 1 jaar om 1 uur eerder
te mogen vertrekken. In dat jaar moest de marktkoopman dan maar een
oplossing zien te bedenken om zich te laten vervangen voor 1 uur. En wie zit
er nu te wachten op een baan voor 1 uur op de markt en dat ook nog op afroep
basis.
Er werd een nieuw verzoek om ontheffing ingediend en afgewezen en weer wilde
de gemeente handhaven gaan optreden en ook daar moest weer een procedure bij
de rechtbank Rotterdam voor worden gevoerd om die handhavingsactie af te
wenden. Het ingediende bezwaarschrift, werd na een verzoek tot mediation
door de bezwarencommissie, alsnog ongegrond verklaard.
Er is een beroepschrift ingediend tegen het ongegrond verklaren van het
bezwaarschrift.
Echter wederom dreigt de gemeente met handhaven en dus is de marktkoopman
weer naar de voorzieningenrechter bij de rechtbank Rotterdam, Sector
bestuursrecht, gestapt. En die procedure zal op 13 februari 2013 weer dienen
bij deze rechtbank.
De gemeente heeft in dat jaar trouwens volledig stil gezeten een ten aanzien
van het artikel op grond waarvan de ontheffing kan worden verleend geen
beleid gemaakt. Het moet natuurlijk niet maar in dit geval betekent dit dat
de gemeente en voor deze het college van burgemeester en wethouder van de
gemeente Barendrecht het besluit wel zeer goed dient te motiveren.
En beleid geeft zekerheid ook naar de andere marktkooplieden op de markt.
8-04-2010. Gemeente Dordrecht loopt tegen schorsing
op inzake de markt.
De gemeente Dordrecht wilde voor een tweede keer een marktkoopman een
maatregel opleggen en in dit geval in de vorm van vier dagen niet
verschijnen op de markt. Buiten iedere discussie daarbij is dat het in een
dergelijk geval gaat om een zogenaamde criminal charge van artikel 6 EVRM.
Dit betekent dat de gemeente heel zorgvuldig te werk moet gaan met het nemen
van een dergelijk besluit. Tijdens de zitting bij de President van de
rechtbank, Sector bestuursrecht, ontspon zich een discussie of de gemeente
nu wel niet zonder beleid een dergelijk besluit mag nemen. De President is
echter niet verder gekomen dan de constatering dat de marktkoopman geen
zienswijzen had mogen inbrengen tegen deze nieuwe maatregel. De gemeente had
in haar besluit aangegeven dat de marktkoopman toch al wist waarover het
ging en sloeg derhalve de zienswijze fase over. Onterecht zo is de President
van mening. Juist het feit dat er sprake is van een criminal charge dient
een besluit met de nodige zorgvuldigheid en conform de Algemene wet
bestuursrecht tot stand te komen. Volgens de President kon het besluit dan
ook niet door de beugel en is het besluit van de gemeente geschorst tot zes
weken na beslissing op het bezwaarschrift.
Wat echter bij de hele procedure van belang is is het feit dat de
betreffende marktkoopman de maatregel werd opgelegd omdat hij, volgens de
gemeente, meerdere keren te vroeg aan het inpakken was. Ter verdediging in
het kader van het gelijkheidsbeginsel heeft de marktkoopman foto's gemaakt
van de feitelijke omstandigheden op de markt. Resultaat van dit alles is dat
er veel meer marktkooplieden te vroeg aan het inpakken zijn. Zelfs de
gemeentelijke promotiestand was al ruim voor het einde van de markt leeg en
verlaten. De marktcommissie zou volgens de marktmeesters verzocht hebben om
een dergelijk bestraffend optreden. Het gevolg van het geheel zal zijn dat
de gemeente veel marktkooplieden zal moeten aanschrijven. De gemeente die
een soort sneeuwbal van de helling heeft geschopt die al naar beneden
rollend steeds groter wordt cq er zullen steeds meer marktkooplieden een
straf opgelegd krijgen met als gevolg lege plekken op de markt. Een
volstrekt averechts effect. En de eerste sanctie was één dag en de tweede,
thans geschorste sanctie, 4 dagen. Gelet op de uitspraak van de President
heeft deze recht gesproken met een duidelijk doel van bezinning die in de
bezwarenfase meer inhoud zal moeten gaan krijgen. Een ook de marktcommissie
zal zich moeten beraden.
11 oktober 2009. Marktzaak bij rechtbank Dordrecht.
Afgelopen donderdag heeft een beroepszaak gespeeld die door een marktkoopman
was ingediend tegen de gemeente Zwijndrecht. Daarbij speelde dat hij voor
twee dagen van de markt was geschorst en dat de gemeente hem geen ontheffing
wilde verlenen om op medische gronden de markt eerder te kunnen verlaten.
Wat hij dus wel had gedaan en waarvoor hij tegen een schorsing was
opgelopen.
De betreffende gemeente had en heeft geen beleid vastgesteld. Noch in het
kader het schorsend kunnen optreden noch in het kader van de ontheffing.
Bij de rechtbank werd ook duidelijk dat de namens JEEJAR naar voren
gebrachte argumenten dat op schorsen het Europese Recht van toepassing is
bodem vonden bij de rechtbank. En dan mag schorsen alleen maar indien er
sprake is van een gedegen beleid en dan nog moet schorsen proportioneel
zijn, dat wil zeggen een functie hebben.
Ten aanzien van de ontheffing deed de vertegenwoordiger van de gemeente
direct al zoveel water bij de wijn dat de ontheffing bijna door de
zittingszaal kwam aanwaaien. De marktkoopman, die al een verklaring van een
arts had (niet zijn huisarts), mag op kosten van de gemeente naar een
arbodienst voor een onderzoek. Die arbodienst kan trouwens niet veel anders
dan de diagnose van de andere arts bevestigen. En na vaststelling daarvan,
zo deelde de vertegenwoordiger van de gemeente mede, zal de gevraagde
ontheffing wordt verleend.
Bijzonder is wel dat de bezwarencommissie het college in beide gevallen in
het gelijk heeft gesteld. Dat zegt ook weer iets over het niveau en (on)partijdigheid
van dergelijke commissie. Die in dit geval blijkbaar haar, voor een deel,
broodheer niet in de hand wilde bijten en dat er terwijl er zoveel gebreken
aan de besluitvorming van het college kleven.
Het blijkt maar weer eens dat een marktverordening alleen niet voldoende is.
7 april 2008. Op de markt is de gulden al lang geen
daalder meer waard.
Is dat de schuld van de markthandelaren. Neen. Het is de schuld van de
overregulering van de markten. Na een betrekkelijke rust van een aantal
jaren blijken diverse gemeenten weer met hun markten aan de slag te gaan.
Alleen hierbij wordt nogal eens vergeten dat ook markkooplieden ook rechten
hebben. De markten staan door stedenbouwkundige veranderingen steeds meer
onder druk. Gemeenten vergeten dat zij naam hebben gekregen op basis van hun
markt. In de huidige economische ontwikkeling maken de markten nog maar een
klein segment uit. Gevolg. Zij worden vaak gezien als overbodig en als sta
in de weg voor ontwikkelingen in de binnenstad. Dat er regels en rechten
zijn wordt dan vergeten.
Tevens zijn marktkooplieden zich niet bewust van de rechten die zij hebben.
Rechten die voornamelijk voortkomen uit de marktverordening. Gemeenten die
alleen maar verwijzen naar artikel 151 van de Gemeentewet, waarin staat
geregeld dat de gemeenteraad een markt kan instellen of veranderen slaan de
plank volkomen mis. Artikel 151 betekent dat gemeenteraden regels moeten
vaststellen om de markt te reguleren. En daarmee ontstaan tevens rechten van
de marktkooplieden.
De gemeenten willen blijkbaar niet laten weten dat een inschrijving bij het
CRK (Centraal Registratie
Kantoor)
in feite voldoende is.
Dat een marktkoopman ook belasting moet betalen en zij auto moet verzekeren
mag duidelijk zijn, echter een gemeente heeft daar niets mee te maken.
Dit geldt ook voor het inschrijvingen bij Bedrijfsverenigingen etc.
3 maart 2007. Veel marktverordeningen in strijd met de
wet.
In Nederland is er geen enkele eenduidigheid met betrekking tot de regels
die de gemeenten gebruiken voor de warenmarkt. De zogenaamde
marktverordeningen vertonen grote afwijkingen en wat in feite nog erger is
dat veel marktverordeningen bepalingen kennen die in strijd met het geldende
recht en de jurisprudentie zijn.
Een marktverordening komt in de regels tot stand in het spanningsveld tussen
individuele marktman/vrouw, marktbond, gemeente, marktmeester en de in de
nabijheid gevestigde ondernemers. Alle regels hebben slechts één doel en dat
is: "het ordelijk verloop van de warenmarkt:
Juist omdat er veel individuele partijen en belangen zijn proberen de
gemeenten de verordening daarop toe te schrijven. Dit resulteert in de regel
in een wanproduct.
In de door JEEJAR onderzochte marktverordeningen ontbreekt het veelal aan
objectieve criteria en wordt ten aanzien van de bevoegdheden van de
marktmeester veelvuldig het woord "kan" gebruik. In bepaalde gevallen
spreken verordening en uitvoeringsregels elkaar zelfs tegen.
Een verordening moet objectieve bepalingen hebben zodat diegenen die er mee
te maken hebben weten waaraan zij toe zijn. Hiermee is de rechtszekerheid
gediend en wordt willekeur voorkomen. Helaas ontbreekt het hier bij de
diverse verordening nogal aan.
Wilt u uw verordening laten toetsen.
Neem contact met ons op
info@jeejar.nl
of telefonisch.
20 februari 2007. Toepassen dwangsommen als straf mag
niet.
Er zijn een aantal gemeenten in Nederland die een tarieven stelsel hebben
opgenomen naar aanleiding van overtreding van de voorschriften van de
marktverordening. Hieronder wordt daar verder aandacht aan besteed. Wat de
gemeenten ook nog vergeten is dat ieder besluit om een straf op te leggen
voor bezwaar en beroep vatbaar is. Dit betekent dat een marktkoopman ook
rechten heeft om zich te verzetten tegen het voornemen om maatregelen tegen
hem te nemen of tegen opgelegde maatregelen. Marktkoopman kom op voor uw
recht.
Neem contact met ons op info@jeejar.nl
20 februari 2007. De markt als economische factor.
De Nederlandse gemeenten hebben ieder voor zich een eigen marktverordening.
Bijzonder daarbij is dat veel gemeenten een inhoudelijk afwijkende
marktverordening hebben.}
In Nederland is er eigenlijk geen sprake van een model, zoals bij de
Algemeen Plaatselijke Verordening. Middengrote en kleine gemeenten
houden er ieder een eigen principe op na aangepast aan de plaatselijke
omstandigheden. Deze situatie komt echter ook voor in midden en grote
gemeenten.
Alles heeft te maken met de economische aspecten van deze tijd. Indien er
een tijd is van schaarste en er is weinig vraag naar standplaatsen op de
markt dan worden de regels weinig nageleefd en gaan de gemeenten snel over
tot het soepel toepassen van eigen regels. Op het moment dat het goed gaat
met de markt worden de regels aangescherpt. In de huidige tijd, waar het
niet goed gaat, worden de regels soepel toegepast. Dit om te voorkomen dat
er zogenaamde gaten in de markt voorkomen. Streng optreden betekent veel
lege plaatsen en een zeer onaantrekkelijke markt en dus een neergaande
spiraal van de aantrekkingskracht van de markt. Daar zit geen gemeente op te
wachten. Gemeenten moeten echter ook de eigen vastgestelde regels naleven en
handhaven. Daar zit veelal het probleem. Te veel regels brengt te veel
handhaving met zich mee. Standplaatsen, dagplaatsen, standwerkers etc. De
toezichthouders en in deze de marktmeesters zitten er maar mee.
16 oktober 2006. De markt is gemeentebestuurders geen
daalder waard.
Zonder in discussie te willen treden over de effectiviteit van bonden en in
dit geval de marktbonden blijkt dat de marktkooplieden de bonden meer dan
ooit nodig hebben om als één echt blok hun mening naar voren te brengen en
hun belangen te verdedigen. De marktkooplieden doen er verstandig aan zich
aan te sluiten. Hoewel een marktkoopman van huis uit een individualist is is
zijn stem als één persoon slechts een roepende in de woestijn. De
plaatselijke kranten willen deze individualist nog wel eens aan het woord
laten komen, maar dan alleen als doel om de situatie op te stoken en
verdeeldheid te zaaien. Diegene die daar garen bij spint is het
gemeentebestuur.
Er is in toenemende mate sprake van vernieuwingen in de binnensteden.
Stedenbouwkundigen vinden daarbij de markt, als warenmarkt, alleen maar een
sta in de weg en erg lastig. Dat er ook nog zo iets als een historische
grondslag en een aandeel in het economisch proces laat hen koud. Op de
tekentafel verdwijnt een markt dan gauw in he verdomhoekje.
Het is van essentieel belang, voor het behoud van de markten, dat er met één
stem verweer wordt gevoerd tegen gemeentebesturen en dat er bonden zijn die
de belangen van de markten in Den Haag goed kunnen verwoorden en verdedigen.
Reclame op televisie alleen is niet voldoende om de markt "sterk" te maken.
14 juli 2006 Braderieën met een commercieel karakter vallen onder
marktverordening.
Er worden meer braderieën of andere feestelijkheden georganiseerd waarbij er
sprake is van een toenemende mate van commerciële verkoop.
De feesten op zich worden bij de gemeente vaak aangemeld als evenement. Het
is echter aan de gemeente om door te vragen op hoe dat evenement zal worden
ingevuld. Een rechtmatige vraag is of er ook verkoop zal plaatsvinden.
Indien dat met ja wordt beantwoord dan gaan andere regels gelden.
Dit betekent dat het innemen van de commerciële standplaatsen valt onder de
bijzondere wetgeving die daarvoor is bedoeld. En een bijzondere wet gaat nu
eenmaal voor een algemene wet voor het specifieke gebied.
In de meeste gemeenten in Nederland kent men een marktverordening en op
grond van de Algemeen Plaatselijke Verordening een standplaatsen beleid voor
commerciële standplaatsen. Na veel procedures bij de Raad van State is het
commerciële standplaatsen beleid bij de meeste gemeenten ingebed in een
maximum stelsel. En daarmee is een eind gekomen aan een lange discussie.
Echter nu duiken handelaren weer op in een nieuw circuit.
De economische politierechter heeft uitgesproken dat bij 3 keer standplaats
innemen (op rommelmarkt, fancy fair, braderie etc.) er al sprake is van
commerciële handel en moet de handelaar als zodanig als ondernemer
ingeschreven zijn bij de Kamer van Koophandel. Daarbij komt dat vaak de
uitstraling van de uitgestalde waren al duidelijk aangeeft dat er sprake is
van commercie.
5 of meer handelaren bij een activiteit op straat brengt al met zich mee dat
er in feite sprake is van een markt waar de marktverordening op van
toepassing is.
Minder dan 5 commerciële handelaren moeten passen binnen het vastgestelde
commerciële standplaatsen beleid. Als er sprake is van een maximum stelsel
zal dit niet snel het geval zijn.
Hoe te handhaven, wij weten daar alles van, neem contact op met
info@jeejar.nl.
24 augustus 2006 voornemen toepassing
dwangsom op de warenmarkt van Almelo
In oktober van dit jaar zal de raad van gemeente Almelo een nieuwe
marktverordening voorgelegd krijgen. Op basis van deze nieuwe
verordening wil de gemeente Almelo een beleid opzetten voor het
toepassen van een dwangsom maatregel. Dit beleid heeft alles te maken
met de bezetting van de markt. Marktkooplieden laten het nogal eens
afweten om op de markt te verschijnen waar zij een vaste standplaats
toegewezen hebben gekregen. Dit betekent "gaten" in de markt en dat
maakt een markt niet aantrekkelijk.
De aangekondigde maatregel van de gemeente betekent dat de gemeente het
voornemen heeft om de, in de Algemene Wet Bestuursrecht geregelde,
dwangsom maatregel als beleidsinstrument te willen inzetten. Een
dwangsom is echter een handhavingsmiddel met alle daarbij behorende zorgvuldigheidseisen.
Een dwangsom moet als doel hebben de overtreding ongedaan te maken of
verdere overtreding dan wel herhaling van de overtreding te voorkomen.
Dit betekent dat er eerst sprake moet zijn van een overtreding. De
marktverordening kent met betrekking tot de bezetting van de marktplaats
vaste regels. Ook regels met betrekking tot vervanging op de betreffende
marktplaats. Tevens mag een standplaatshouder een aantal keren niet
aanwezig zijn (bijv. vakantie, ziekte). Pas als blijkt dat er sprake is
van een overtreding van die voorschriften kan de gemeente handhaven.
Handhaving en het opleggen van een dwangsom moet gezien worden als een
uiterste middel. Eerst moet de gemeente zich afvragen of er geen andere
mogelijkheden zijn. Tevens is deze vorm van handhaving individueel
gericht en het is maar de vraag om het doel van de gemeente om de
dwangsom te gebruiken als beleidsmiddel om de markt vol te krijgen
hiermee in overeenstemming is.
De standplaatshouder (marktkoopman of vrouw) heeft rechten. Voordat een
dwangsom maatregel wordt opgelegd moet hij al aantoonbaar in overtreding
zijn. Dit aantoonbaar in overtreding zijn kan de gemeente
bewijsrechtelijk al voor grote problemen stellen. De standplaatshouder
heeft, bij het voornemen van de gemeente om een dwangsom op te leggen,
het recht om zijn zienswijzen naar voren te brengen. Na het opleggen van
een dwangsom kan de standplaatshouder daartegen een bezwaarschrift
indienen. Indien nodig kan de standplaatshouder ook nog in beroep bij de
Rechtbank en zelfs in hoger beroep bij de Raad van State.
Standplaatshouder. Wilt u ondersteuning mail
info@jeejar.nl. Ruim 30 jaar ervaring met de markt.
Een
besluit om één of meerdere markten in een gemeente toe te staan en
de daarbij behorende regels worden meestal vastgelegd in een
afzonderlijke verordening
de MARKTVERORDENING.
De Marktverordening is een samenstel van regels wat er wel en niet mag op een markt en waaraan de marktkooplieden zich te hebben te houden. In deze verordening wordt ook de mogelijkheid aan het college van burgemeester en wethouders gegeven om een marktdienst of marktmeester aan te wijzen. De verordening geeft dan tevens de mogelijkheid om diverse bevoegdheden van het college namens hen te laten uitvoeren door de marktmeester en zijn plaatsvervanger(s).
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten
heeft wel een model Marktverordening opgesteld. Echter in praktijk
blijkt dat veel gemeenten er een eigen regelgeving in de
Marktverordening op na houden.
Dit betekent dat marktkooplieden die op diverse waren markten staan
geconfronteerd worden met verschillende regels.
In de regel is de marktmeester dan ook het aanspreekpunt voor de
koopman.
Dat er dan nog al eens sprake is van een verschil van mening vloeit
in feite voor uit de diversiteit aan regelgeving en de wijze waarop
deze wordt uitgelegd.
Hebt u problemen met uw markt mail info@jeejar.nl .
MARKTVERORDENING