In het algemene deel van het VNG voorstel wordt verwezen naar de "Europese Dienstenrichtlijn" (Richtlij 2006/12 EG van het Europese Parlement en de Raad van 12 december betreffende diensten op de interne markt (PB L 376/46). Het gaat hierbij om dienstverleners, die komende vanuit een lidstaat, hun diensten aanbieden in een andere lidstaat. Op grond daarvan zou aan deze personen geen afweging kunnen worden gemaakt ten aanzien van de bescherming van het woon en/of leefklimaat. De bescherming van de openbare orde, veiligheid en zedelijkheid blijft hierbij gewoon overeind staan. De VNG gaat in haar voorstel wel zeer kort door de bocht door op de APV alleen nog de weigeringsgronden in het kader van de bescherming van de openbare orde, veiligheid en zedelijkheid toepasbaar te verklaren. Het Europese hof heeft niet alleen de openbare orde, de openbare veiligheid en volksgezondheid maar ook de handhaving van de maatschappelijke orde (Door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geformuleerd als "in het belang van het ordelijk verloop van het maatschappelijk leven" En dit is voor iedere gemeente anders), de bescherming van afnemers van diensten (dus de burgers), bescherming van kwetsbare volwassenen, consumentenbescherming, voorkoming van fraude en voorkoming van oneerlijke concurrentie en verkeersveiligheid, bescherming tegen een werkelijke en voldoende ernstige bedreiging van een fundamenteel belang van de samenleving zoals menselijke waardigheid, de bescherming van minderjarigen, genoemd als afwegingspunten om een vergunningplicht in te roepen.
Tevens wordt hierbij geen rekening gehouden dat de APV betrekking heeft op de situaties betreffende de op of aan de openbare weg, dus het publieke domein.
Met betrekking tot het vergunningenstelsel betreffende het collecteren worden wel allerlei argumenten naar voren gebracht om de vergunningplicht in dat geval te handhaven terwijl in een aantal hieronder genoemde gevallen de zelfde belangen spelen terwijl daar de vergunningplicht, volgens de VNG, kan komen te vervallen.
Het laten vervallen van de vergunningplicht en het daarbij omkeren van de bewijslast zorgt voor een enorm last voor de toezichthoudende ambtenaren en andere handhavers.
In het kader van het drukken van de kosten voor ondernemer is een veel groter belang of de gemeenten akkoord kunnen gaan met een aanmerkelijke vermindering van de precariorechten. Het vergunningenstelsel van de APV zorgt niet echt voor problemen. De voorstellen van de VNG hebben dan ook nagenoeg geen voordelen voor de gevestigde ondernemers. Eerder is er sprake van nadelen zoals een te verwachten explosieve groei van del vrije beroepsuitoefening en venten op de openbare weg. Van veel groter belang voor de ondernemers is de hoogte van de precario belasting die zij ieder jaar weer moeten betalen. Indien de gemeenten deze belasting verlagen zullen de gemeenten weer bij de VNG aankloppen voor compensatie van de gederfde inkomsten.
De VNG stelt het volgende voor:
Evenementen.
"Het verbod geldt niet voor eendaagse evenementen, indien" "a. het evenement
een barbecue of straatfeest in de openlucht betreft". Daarna worden er in
het voorstel nog andere mogelijkheden van evenementen zonder vergunning
opgevoerd, maar dan mag het evenement niet niet plaatsvinden op de rijbaan.
Straatfeesten worden nagenoeg altijd op de rijbaan gehouden. En hoe zit het
dan met de privaatrechtelijke aansprakelijkheid. Maar diegene die het
straatfeest houdt deze straat afsluiten voor het verkeer? Op grond waarvan
kan hij een dergelijk recht ontlenen. Indien de straat niet is afgesloten
voor het verkeer en een automobilist wil toch door die straat rijden, wat
zijn goed recht is, en er is sprake van een aanrijding met een voorwerp of
persoon, wie is dan aansprakelijk. De gemeente is wegbeheerder een in dat
kader aansprakelijk voor de weg. Indien er zaken op de weg worden geplaatst
en er is sprake van schade door dat voorwerp kan diegene die schade heeft de
gemeente daarop aanspreken?
Straatfeesten en andere kleinere evenementen die niet op de rijbaan worden
gehouden daar hoeft alleen maar kennisgeving van te worden gedaan. Hoe zit
het met derde belanghebbenden? En ook nu de VNG in de gewijzigde
regelgeving heeft opgenomen dat indien de burgemeester niet binnen een
bepaalde termijn reageert diegene die kennisgeving heeft gedaan mag aannemen
dat hij zijn feestje mag houden.
De vergunningplicht voor dienstverlening op de openbare weg vervalt.
Dit betekent dat personen die bedrijfsmatig op de openbare wet bezig zijn
geen vergunning meer nodig hebben. Het innemen van een standplaats en het op
de markt staan blijft vergunning plichtig.
Denk u hierbij aan straatfotograven en mensen die u op de openbare weg
aanklampen om producten aan u te verkopen. Denkt u zelfs maar aan de
personen die op straat u verzekeringen proberen aan te smeren. De kans dat u
op straat ongevraagd wordt aangeklampt zal hierdoor aanmerkelijk toenemen.
De betreffende verkopers zullen met name het winkelgebied opzoeken om
potentiële klanten aan te spreken.
Maar denkt u ook eens aan de scharensliep. Veelal gaat het hier om personen
die na het slijpen van de scharen met torenhoge rekeningen komen aanzetten
en meestal oudere bewoners als slachtoffer opzoeken.
Bij het afschaffen van dit artikel valt de bescherming tegen dit soort
activiteiten volledig weg.
Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg
in strijd met de publieke functie van de weg.
Een volstrekt onbegrijpelijk voorstel van de VNG. Waarover zij zelf zegt dat
er een zware taak in de handhaving kom te liggen bij de gemeentelijke
toezichthouders (en de politie niet?).
Er is hier min of meer sprake van een omgekeerde bewijslast. Het overnemen
van dit voorstel zal alleen maar leiden tot volstrekte onduidelijkheid en
veel procedures en ergernis zowel bij de ondernemers als bij de ambtenaren
die belast worden met het toezicht. Overnemen van een dit voorstel zal
tevens leiden tot een verplichting om hierop weer beleid te schrijven om te
zorgen voor duidelijkheid. Het voorstel is min of meer het paard achter de
wagen spannen.
Kapvergunning (Lex silencio positivo = na verstrijken van een termijn is er sprake van een van rechtswege verleende vergunning). De natuur en milieu organisaties zullen hiermee niet blij zijn, nu de niet handelende overheid kan zorgen voor van rechtswege verleende kapvergunningen. Stilzitten wordt dan beloond.
Handelsreclame. Zonder
verlichting vrij met verlichting vergunningplicht.
Dit betekent dat indien er geen sprake is van verlichting handelsreclame mag
worden aangebracht. Alleen indien de handelsreclame het verkeer in gevaar
brengt of ernstige hinder ontstaat voor de omgeving dan mag deze niet worden
aangebracht. Dus weer een vorm van omgekeerde bewijslast voor de gemeente.
Schreeuwende teksten in allerlei kleuren wordt dan mogelijk. Hoe dat staat
in een winkelstraat??
Venten zonder vergunning, nieuwe tekst:
"Het is verboden te venten indien daardoor de openbare orde, op openbare
veiligheid en de volksgezondheid in gevaar komt".
Dus venten mag. Waar ligt de bewijslast bij de gemeente en politie. Het
resultaat zal zijn dat er niet meer op gehandhaafd zal worden. De burgers
zullen dan weer, naast de dienstverlener die ook al geen vergunning meer
nodig heeft, weer diverse venters in de straat krijgen om hun waren te
slijten. Dus regelmatig in de straat toeters en bellen en aanbellen door
venters en dienstverleners. Hiermee wordt het ordelijk verloop van het
maatschappelijk leven aangetast.
Exploitatieverguninng horecabedrijf.
Naast de openbare orde en openbare veiligheid wordt hier, als
weigeringsgrond, strijd met het bestemmingsplan opgevoerd. Hierop worden
vervolgens weer uitzonderingen gemaakt ten aanzien van een horecabedrijf dat
in een winkel is gevestigd en worden horecabedrijven in zorginstellingen en
musea hier buiten het bestemmingsplan geplaatst.
Het betreft hier een zeer ondoordachte "kluts" met de Drank- en Horecawet
waarbij het op het zelfde moment plegen van detailhandel en het uitoefenen
van het horecabedrijf niet is toegestaan tenzij er sprake is van een zeer
speciek geval. En zoals in de toelichting van de VNG staat, indien er
alcoholhoudende drank wordt geschonken is gewoon de Drank- en Horecawet van
toepassing. Hierbij komt dat de APV voor zorginstellingen en musea het
bestemmingsplan niet ter zijde kan schuiven.
In veel van de voorstellen is
er sprake van omkering van de bewijslast die voor de gemeenten veel
handhavingswerk zal opleveren. De VNG is niet erg consistent in haar model.
In het ene geval wordt wel rekening gehouden met het ordelijk verloop van
het maatschappelijk leven en in het ander geval niet. Zo heeft de VNG in het
verleden ook het vergunningenstelsel voor gevaarlijke dieren uit de APV
gehaald (gevaarlijke dieren zoals gifslagen, spinnen etc.), omdat dit in
strijd zou zijn met de strafbepaling in het Wetboek van Strafrecht, terwijl
overlast gevende honden en de regeling daaromtrent wel in de APV is blijven
staan.
De gemeenteraden doen er goed aan zich te beraden over de plaatselijke
consequenties voor dat zij overgaan tot het klakkeloos overnemen van het VNG
voorstel.