Juridisch Administratief Recht

 

 

 

 

                                               23 november 2015

 


31 augustus 2014. Privatiseren warenmarkt de nagel aan de doodskist van de markt.
Er zijn gemeenten die de warenmarkt geprivatiseerd hebben en daarmee de markt hebben verkocht aan een marktpartij cq de meest biedende. Maar kan dat eigenlijk zo maar. De gemeenteraad stelt bij verordening vast dat er een warenmarkt zal worden gehouden. In die verordening staan dan ook de regels behorende bij een warenmarkt alsmede wat de gevolgen zijn bij overtreding van die regels en mogelijk zelfs straf cq boete.
Indien een marktkoopman van mening is dat hem onrecht wordt aangedaan dan kan hij door middel van bezwaar en beroep zijn recht proberen te halen. En bij privatisering zomaar iemand zijn vaste standplaats afnemen zou ook nog wel eens tot procedures kunnen leiden. Jaren verworven rechten kunnen niet zo maar opzij worden geschoven en dus weer bezwaar en beroep.
Zo anders bij een geprivatiseerde markt. Daar gelden dan de regels van het privaatrecht. Kooplieden moeten dan overeenkomsten tekenen met de diegene die de markt toegewezen heeft gekregen. En op overtreding van de regels staat dan geen bestuurlijke boete nog een straf als bedoeld in het Strafrecht. De overeenkomst kan een boete bepaling hebben.
De warenmarkt wordt gehouden op voor zogenaamd publiek toegankelijke gemeentegrond en daar geldt het gemeenterecht (verordeningen). Dat publiek toegankelijke karakter wordt tijdens de warenmarkt opeens doorbroken door het privaatrecht. En welk recht heeft diegene die die warenmarkt moet gaan houden meer dan de individuele marktkoopman. En bij orde verstoringen op de warenmarkt heeft die private partij geen enkel recht. Dat recht is en blijft voorbehouden aan diegenen die daarvoor bij wet zijn aangewezen en dat is niet een privaatrechtelijke rechtspersoon die een markt heeft toegewezen gekregen.
De meeste gemeentebesturen zijn vergeten dat hun gemeente is ontstaan omdat er in het verleden warenmarkt werd gehouden waar burgers in de omgeving op af kwamen. Veel warenmarkten hebben gemeenten groot gemaakt. Door de warenmarkt te privatiseren geeft een gemeente er blijk van niets meer in die markt te zien laat staan er nog iets van te willen maken. En de private persoon die gaat het alleen maar om het geld en dat kan nooit gezond zijn voor een warenmarkt.


29 juli 2014. Branchering markten en niet handhaven regels nekt markten.
Bij de Nederlandse warenmarkten is er sprake van een verder gaande branchering welke soms ongekende proporties aan heeft genomen. Wel dames onderkleding, maar geen bovenkleding. Wel dames- en heren bovenkleding maar geen kinderkleding mogen verkopen. Alleen vis shoarma verkopen maar geen andere gebakken vis of gewoon verse vis.
In het kader van de bestemmingsplannen mogen gemeenten niet branchering gelet op de Europese Diensten Richtlijn. Nu de markthandel niet als dienst wordt gezien door de Nederlandse rechter mogen gemeenten dus brancheren. Dat is in feite volstrekt in strijd met de Europese gedachte van vrij verkeer van goederen, diensten en kapitaal. Zo blijven de prijzen op de warenmarkt hoog. Dat er gebrancheerd wordt vloeit voort uit het feit dat er volgens die gemeenten anders te veel van het zelfde op de warenmarkt kan komen te staan. Maar ook dat saneert zichzelf wel door de vrije concurrentie en zonder branchering.
En dan de marktregels. Daar wordt behoorlijk de hand mee gelicht. En iedere gemeente gaat daar weer anders mee om zowel in de Marktverordening als de wijze waarop deze uitgevoerd en gehandhaafd wordt. Indien standplaatshouders zelf niet op hun eigen standplaats staan maar de plek aan een derde verpachten en indien daar niet tegen op wordt getreden dat wordt iedere vernieuwing geblokkeerd. 

22 november 2013.  Gemeente mag geen aanslag opleggen aan marktkooplieden.
En die aanslag heeft dan te maken met een aanslag voor stroom. Het komt in Nederland nogal eens voor dat gemeenten marktkooplieden aanslaan voor het gebruik van stroom op de markt terwijl de marktkoopman geen strook gebruikt. Een aanslag wordt dan gezien als een soort solidariteitsaanslag. Maar de Rechtbank Overijssel heeft daar een stokje voor gestoken door een marktkoopman in het gelijk te stellen die een proces had aangespannen tegen het Twentse belastingkantoor die namens de gemeente Enschede de aanslag vastrecht heeft opgelegd. Een onderdeel van de aanslag vastrecht is voor het gebruik van stroom. Echter indien er geen stroom wordt gebruikt mag de gemeente dat ook niet in rekening brengen zo heeft de rechtbank in het vonnis aangegeven.

30 januari 2013. Gemeente Barendrecht weer bij de rechtbank Rotterdam inzake marktkoopman.
Marktkooplieden worden ouder en er is niet altijd en soms helemaal geen sprake van opvolging. Met het ouder worden komen soms ook lichamelijke beperkingen naar voren. Zo ook bij een marktkoopman die een vaste standplaats heeft op de markt te Barendrecht. Deze marktkoopman kan het niet altijd volhouden om tot aan het einde van de markt zijn vaste standplaats in te nemen. Het gevolg was en is dat de marktkoopman eerder vertrekt. En dat eerder vertrekken is een doorn in het oog van de gemeente Barendrecht en die wilde handhavend gaan optreden tegen de marktkoopman. Echter de marktverordening van de gemeente Barendrecht kent ook een mogelijkheid om ontheffing te verlenen van de plicht om tot het eind van de markt aanwezig te moeten zijn. De gemeente wilde daar in eerste instantie niet aan mee werken. Maar een rechtelijke procedure bij de rechtbank bracht de gemeente tot andere gedachten. Er werd, na het overleggen van een medische verklaring van een onafhankelijke Arbo arts die verklaarde dat de lichamelijke problemen van de marktkoopman van dien aard zijn dat het aannemelijk is dat de marktkoopman niet tot aan het eind van de markt aanwezig kan zijn, een ontheffing verleend voor 1 jaar om 1 uur eerder te mogen vertrekken. In dat jaar moest de marktkoopman dan maar een oplossing zien te bedenken om zich te laten vervangen voor 1 uur. En wie zit er nu te wachten op een baan voor 1 uur op de markt en dat ook nog op afroep basis.
Er werd een nieuw verzoek om ontheffing ingediend en afgewezen en weer wilde de gemeente handhaven gaan optreden en ook daar moest weer een procedure bij de rechtbank Rotterdam voor worden gevoerd om die handhavingsactie af te wenden. Het ingediende bezwaarschrift, werd na een verzoek tot mediation door de bezwarencommissie, alsnog ongegrond verklaard.
Er is een beroepschrift ingediend tegen het ongegrond verklaren van het bezwaarschrift.
Echter wederom dreigt de gemeente met handhaven en dus is de marktkoopman weer naar de voorzieningenrechter bij de rechtbank Rotterdam, Sector bestuursrecht, gestapt. En die procedure zal op 13 februari 2013 weer dienen bij deze rechtbank.
De gemeente heeft in dat jaar trouwens volledig stil gezeten een ten aanzien van het artikel op grond waarvan de ontheffing kan worden verleend geen beleid gemaakt. Het moet natuurlijk niet maar in dit geval betekent dit dat de gemeente en voor deze het college van burgemeester en wethouder van de gemeente Barendrecht het besluit wel zeer goed dient te motiveren.
En beleid geeft zekerheid ook naar de andere marktkooplieden op de markt.

8-04-2010. Gemeente Dordrecht loopt tegen schorsing op inzake de markt.
De gemeente Dordrecht wilde voor een tweede keer een marktkoopman een maatregel opleggen en in dit geval in de vorm van vier dagen niet verschijnen op de markt. Buiten iedere discussie daarbij is dat het in een dergelijk geval gaat om een zogenaamde criminal charge van artikel 6 EVRM. Dit betekent dat de gemeente heel zorgvuldig te werk moet gaan met het nemen van een dergelijk besluit. Tijdens de zitting bij de President van de rechtbank, Sector bestuursrecht, ontspon zich een discussie of de gemeente nu wel niet zonder beleid een dergelijk besluit mag nemen. De President is echter niet verder gekomen dan de constatering dat de marktkoopman geen zienswijzen had mogen inbrengen tegen deze nieuwe maatregel. De gemeente had in haar besluit aangegeven dat de marktkoopman toch al wist waarover het ging en sloeg derhalve de zienswijze fase over. Onterecht zo is de President van mening. Juist het feit dat er sprake is van een criminal charge dient een besluit met de nodige zorgvuldigheid en conform de Algemene wet bestuursrecht tot stand te komen. Volgens de President kon het besluit dan ook niet door de beugel en is het besluit van de gemeente geschorst tot zes weken na beslissing op het bezwaarschrift.
Wat echter bij de hele procedure van belang is is het feit dat de betreffende marktkoopman de maatregel werd opgelegd omdat hij, volgens de gemeente, meerdere keren te vroeg aan het inpakken was. Ter verdediging in het kader van het gelijkheidsbeginsel heeft de marktkoopman foto's gemaakt van de feitelijke omstandigheden op de markt. Resultaat van dit alles is dat er veel meer marktkooplieden te vroeg aan het inpakken zijn. Zelfs de gemeentelijke promotiestand was al ruim voor het einde van de markt leeg en verlaten. De marktcommissie zou volgens de marktmeesters verzocht hebben om een dergelijk bestraffend optreden. Het gevolg van het geheel zal zijn dat de gemeente veel marktkooplieden zal moeten aanschrijven. De gemeente die een soort sneeuwbal van de helling heeft geschopt die al naar beneden rollend steeds groter wordt cq er zullen steeds meer marktkooplieden een straf opgelegd krijgen met als gevolg lege plekken op de markt. Een volstrekt averechts effect. En de eerste sanctie was één dag en de tweede, thans geschorste sanctie, 4 dagen. Gelet op de uitspraak van de President heeft deze recht gesproken met een duidelijk doel van bezinning die in de bezwarenfase meer inhoud zal moeten gaan krijgen. Een ook de marktcommissie zal zich moeten beraden.

11 oktober 2009. Marktzaak bij rechtbank Dordrecht.
Afgelopen donderdag heeft een beroepszaak gespeeld die door een marktkoopman was ingediend tegen de gemeente Zwijndrecht. Daarbij speelde dat hij voor twee dagen van de markt was geschorst en dat de gemeente hem geen ontheffing wilde verlenen om op medische gronden de markt eerder te kunnen verlaten. Wat hij  dus wel had gedaan en waarvoor hij tegen een schorsing was opgelopen.
De betreffende gemeente had en heeft geen beleid vastgesteld. Noch in het kader het schorsend kunnen optreden noch in het kader van de ontheffing.
Bij de rechtbank werd ook duidelijk dat de namens JEEJAR naar voren gebrachte argumenten dat op schorsen het Europese Recht van toepassing is bodem vonden bij de rechtbank. En dan mag schorsen alleen maar indien er sprake is van een gedegen beleid en dan nog moet schorsen proportioneel zijn, dat wil zeggen een functie hebben.
Ten aanzien van de ontheffing deed de vertegenwoordiger van de gemeente direct al zoveel water bij de wijn dat de ontheffing bijna door de zittingszaal kwam aanwaaien. De marktkoopman, die al een verklaring van een arts had (niet zijn huisarts), mag op kosten van de gemeente naar een arbodienst voor een onderzoek. Die arbodienst kan trouwens niet veel anders dan de diagnose van de andere arts bevestigen. En na vaststelling daarvan, zo deelde de vertegenwoordiger van de gemeente mede, zal de gevraagde ontheffing wordt verleend.
Bijzonder is wel dat de bezwarencommissie het college in beide gevallen in het gelijk heeft gesteld. Dat zegt ook weer iets over het niveau en (on)partijdigheid van dergelijke commissie. Die in dit geval blijkbaar haar, voor een deel, broodheer niet in de hand wilde bijten en dat er terwijl er zoveel gebreken aan de besluitvorming van het college kleven.
Het blijkt maar weer eens dat een marktverordening alleen niet voldoende is.

7 april 2008. Op de markt is de gulden al lang geen daalder meer waard.
Is dat de schuld van de markthandelaren. Neen. Het is de schuld van de overregulering van de markten. Na een betrekkelijke rust van een aantal jaren blijken diverse gemeenten weer met hun markten aan de slag te gaan. Alleen hierbij wordt nogal eens vergeten dat ook markkooplieden ook rechten hebben. De markten staan door stedenbouwkundige veranderingen steeds meer onder druk. Gemeenten vergeten dat zij naam hebben gekregen op basis van hun markt. In de huidige economische ontwikkeling maken de markten nog maar een klein segment uit. Gevolg. Zij worden vaak gezien als overbodig en als sta in de weg voor ontwikkelingen in de binnenstad. Dat er regels en rechten zijn wordt dan vergeten.
Tevens zijn marktkooplieden zich niet bewust van de rechten die zij hebben. Rechten die voornamelijk voortkomen uit de marktverordening. Gemeenten die alleen maar verwijzen naar artikel 151 van de Gemeentewet, waarin staat geregeld dat de gemeenteraad een markt kan instellen of veranderen slaan de plank volkomen mis. Artikel 151 betekent dat gemeenteraden regels moeten vaststellen om de markt te reguleren. En daarmee ontstaan tevens rechten van de marktkooplieden.

19 maart 2007. Aan welke eisen moet een marktkoopman voldoen.
In de diverse gemeentelijke verordeningen staat iets over de eisen waaraan een marktkoopman/vrouw moet voldoen.  De huidige trend is dat de marktkoopman moet aantonen dat hij:
"persoonlijk voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisaties".
Is dit duidelijk en objectiveerbaar? Neen. Een dergelijke bepaling is dermate vaag dat hier geen verplichtingen aan kunnen worden gesteld. Beter gezegd de gemeente kan aan een dergelijke vage inhoud geen rechten ontlenen om een vergunning te weigeren.

                          De gemeenten willen blijkbaar niet laten weten dat een inschrijving bij het
                                                      CRK (Centraal Registratie Kantoor)
                                                                    in feite voldoende is.
Dat een marktkoopman ook belasting moet betalen en zij auto moet verzekeren mag duidelijk zijn, echter een gemeente heeft daar niets mee te maken.
Dit geldt ook voor het inschrijvingen bij Bedrijfsverenigingen etc.

3 maart 2007. Veel marktverordeningen in strijd met de wet.
In Nederland is er geen enkele eenduidigheid met betrekking tot de regels die de gemeenten gebruiken voor de warenmarkt. De zogenaamde marktverordeningen vertonen grote afwijkingen en wat in feite nog erger is dat veel marktverordeningen bepalingen kennen die in strijd met het geldende recht en de jurisprudentie zijn.
Een marktverordening komt in de regels tot stand in het spanningsveld tussen individuele marktman/vrouw, marktbond, gemeente, marktmeester en de in de nabijheid gevestigde ondernemers. Alle regels hebben slechts één doel en dat is:  "het ordelijk verloop van de warenmarkt:
Juist omdat er veel individuele partijen en belangen zijn proberen de gemeenten de verordening daarop toe te schrijven. Dit resulteert in de regel in een wanproduct.
In de door JEEJAR onderzochte marktverordeningen ontbreekt het veelal aan objectieve criteria en wordt ten aanzien van de bevoegdheden van de marktmeester veelvuldig het woord "kan" gebruik. In bepaalde gevallen spreken verordening en uitvoeringsregels elkaar zelfs tegen.
Een verordening moet objectieve bepalingen hebben zodat diegenen die er mee te maken hebben weten waaraan zij toe zijn. Hiermee is de rechtszekerheid gediend en wordt willekeur voorkomen. Helaas ontbreekt het hier bij de diverse verordening nogal aan.

                                                   Wilt u uw verordening laten toetsen.
                                  Neem contact met ons op
info@jeejar.nl of telefonisch.

20 februari 2007. Toepassen dwangsommen als straf mag niet.
Er zijn een aantal gemeenten in Nederland die een tarieven stelsel hebben opgenomen naar aanleiding van overtreding van de voorschriften van de marktverordening. Hieronder wordt daar verder aandacht aan besteed. Wat de gemeenten ook nog vergeten is dat ieder besluit om een straf op te leggen voor bezwaar en beroep vatbaar is. Dit betekent dat een marktkoopman ook rechten heeft om zich te verzetten tegen het voornemen om maatregelen tegen hem te nemen of tegen opgelegde maatregelen. Marktkoopman kom op voor uw recht.
Neem contact met ons op info@jeejar.nl

20 februari 2007. De markt als economische factor.
De Nederlandse gemeenten hebben ieder voor zich een eigen marktverordening. Bijzonder daarbij is dat veel gemeenten een inhoudelijk afwijkende marktverordening hebben.}
In Nederland is er eigenlijk geen sprake van een model, zoals bij de Algemeen Plaatselijke Verordening. Middengrote en kleine gemeenten  houden er ieder een eigen principe op na aangepast aan de plaatselijke omstandigheden. Deze situatie komt echter ook voor in midden en grote gemeenten.
Alles heeft te maken met de economische aspecten van deze tijd. Indien er een tijd is van schaarste en er is weinig vraag naar standplaatsen op de markt dan worden de regels weinig nageleefd en gaan de gemeenten snel over tot het soepel toepassen van eigen regels. Op het moment dat het goed gaat met de markt worden de regels aangescherpt. In de huidige tijd, waar het niet goed gaat, worden de regels soepel toegepast. Dit om te voorkomen dat er zogenaamde gaten in de markt voorkomen. Streng optreden betekent veel lege plaatsen en een zeer onaantrekkelijke markt en dus een neergaande spiraal van de aantrekkingskracht van de markt. Daar zit geen gemeente op te wachten. Gemeenten moeten echter ook de eigen vastgestelde regels naleven en handhaven. Daar zit veelal het probleem. Te veel regels brengt te veel handhaving met zich mee. Standplaatsen, dagplaatsen, standwerkers etc. De toezichthouders en in deze de marktmeesters zitten er maar mee.

7 november 2006. Bestraffen marktkoopman in strijd met Europees Recht.
Er zijn gemeenten die een marktkoopman voor een bepaalde tijd schorsen. Dit betekent dat de betreffende marktkoopman gedurende een bepaalde tijd zijn standplaats niet mag innemen. Dit is in strijd met de geldende wetgeving. De gemeente mag een dergelijke maatregel niet zo maar opnemen en toepassen. Ook al vindt een ieder dat dit terecht is. De gemeente heeft niet zomaar een dergelijke bevoegdheid. Een schorsing mag geen straf zijn. Een schorsing moet een ander doel hebben ten behoeve van het ordelijk verloop op de markt.
Wilt u als marktkoopman of standplaatshouder weten wat uw rechten zijn. Neem contact met ons op: info@jeejar.nl.

16 oktober 2006. De markt is gemeentebestuurders geen daalder waard.
Zonder in discussie te willen treden over de effectiviteit van bonden en in dit geval de marktbonden blijkt dat de marktkooplieden de bonden meer dan ooit nodig hebben om als één echt blok hun mening naar voren te brengen en hun belangen te verdedigen. De marktkooplieden doen er verstandig aan zich aan te sluiten. Hoewel een marktkoopman van huis uit een individualist is is zijn stem als één persoon slechts een roepende in de woestijn. De plaatselijke kranten willen deze individualist nog wel eens aan het woord laten komen, maar dan alleen als doel om de situatie op te stoken en verdeeldheid te zaaien. Diegene die daar garen bij spint is het gemeentebestuur.
Er is in toenemende mate sprake van vernieuwingen in de binnensteden. Stedenbouwkundigen vinden daarbij de markt, als warenmarkt, alleen maar een sta in de weg en erg lastig. Dat er ook nog zo iets als een historische grondslag en een aandeel in het economisch proces laat hen koud. Op de tekentafel verdwijnt een markt dan gauw in he verdomhoekje.
Het is van essentieel belang, voor het behoud van de markten, dat er met één stem verweer wordt gevoerd tegen gemeentebesturen en dat er bonden zijn die de belangen van de markten in Den Haag goed kunnen verwoorden en verdedigen. Reclame op televisie alleen is niet voldoende om de markt "sterk" te maken.

14 juli 2006 Braderieën met een commercieel karakter vallen onder marktverordening.
Er worden meer braderieën of andere feestelijkheden georganiseerd waarbij er sprake is van een toenemende mate van  commerciële verkoop.
De feesten op zich worden bij de gemeente vaak aangemeld als evenement. Het is echter aan de gemeente om door te vragen op hoe dat evenement zal worden ingevuld. Een rechtmatige vraag is of er ook verkoop zal plaatsvinden. Indien dat met ja wordt beantwoord dan gaan andere regels gelden.
Dit betekent dat het innemen van de commerciële standplaatsen valt onder de bijzondere wetgeving die daarvoor is bedoeld. En een bijzondere wet gaat nu eenmaal voor een algemene wet voor het specifieke gebied.
 In de meeste gemeenten in Nederland kent men een marktverordening en op grond van de Algemeen Plaatselijke Verordening een standplaatsen beleid voor commerciële standplaatsen. Na veel procedures bij de Raad van State is het commerciële standplaatsen beleid bij de meeste gemeenten ingebed in een maximum stelsel. En daarmee is een eind gekomen aan een lange discussie.
Echter nu duiken handelaren weer op in een nieuw circuit.
De economische politierechter heeft uitgesproken dat bij 3 keer standplaats innemen (op rommelmarkt, fancy fair, braderie etc.) er al sprake is van commerciële handel en moet de handelaar als zodanig als ondernemer ingeschreven zijn bij de Kamer van Koophandel. Daarbij komt dat vaak de uitstraling van de uitgestalde waren al duidelijk aangeeft dat er sprake is van commercie.
5 of meer handelaren bij een activiteit op straat brengt al met zich mee dat er in feite sprake is van een markt waar de marktverordening op van toepassing is.
Minder dan 5 commerciële handelaren moeten passen binnen het vastgestelde commerciële standplaatsen beleid. Als er sprake is van een maximum stelsel zal dit niet snel het geval zijn.
Hoe te handhaven, wij weten daar alles van, neem contact op met info@jeejar.nl.

24 augustus 2006 voornemen toepassing dwangsom op de warenmarkt  van Almelo
In oktober van dit jaar zal de raad van gemeente Almelo een nieuwe marktverordening voorgelegd krijgen. Op basis van deze nieuwe verordening wil de gemeente Almelo een beleid opzetten voor het toepassen van een dwangsom maatregel. Dit beleid heeft alles te maken met de bezetting van de markt. Marktkooplieden laten het nogal eens afweten om op de markt te verschijnen waar zij een vaste standplaats toegewezen hebben gekregen. Dit betekent "gaten" in de markt en dat maakt een markt niet aantrekkelijk.
De aangekondigde maatregel van de gemeente betekent dat de gemeente het voornemen heeft om de, in de Algemene Wet Bestuursrecht geregelde, dwangsom maatregel als beleidsinstrument te willen inzetten. Een dwangsom is echter een handhavingsmiddel met alle daarbij behorende zorgvuldigheidseisen.
Een dwangsom moet als doel hebben de overtreding ongedaan te maken of verdere overtreding dan wel herhaling van de overtreding te voorkomen.
Dit betekent dat er eerst sprake moet zijn van een overtreding. De marktverordening kent met betrekking tot de bezetting van de marktplaats vaste regels. Ook regels met betrekking tot vervanging op de betreffende marktplaats. Tevens mag een standplaatshouder een aantal keren niet aanwezig zijn (bijv. vakantie, ziekte). Pas als blijkt dat er sprake is van een overtreding van die voorschriften kan de gemeente handhaven.
Handhaving en het opleggen van een dwangsom moet gezien worden als een uiterste middel. Eerst moet de gemeente zich afvragen of er geen andere mogelijkheden zijn. Tevens is deze vorm van handhaving individueel gericht en het is maar de vraag om het doel van de gemeente om de dwangsom te gebruiken als beleidsmiddel om de markt vol te krijgen hiermee in overeenstemming is.
De standplaatshouder (marktkoopman of vrouw) heeft rechten. Voordat een dwangsom maatregel wordt opgelegd moet hij al aantoonbaar in overtreding zijn. Dit aantoonbaar in overtreding zijn kan de gemeente bewijsrechtelijk al voor grote problemen stellen. De standplaatshouder heeft, bij het voornemen van de gemeente om een dwangsom op te leggen, het recht om zijn zienswijzen naar voren te brengen. Na het opleggen van een dwangsom kan de standplaatshouder daartegen een bezwaarschrift indienen. Indien nodig kan de standplaatshouder ook nog in beroep bij de Rechtbank en zelfs in hoger beroep bij de Raad van State.
Standplaatshouder. Wilt u ondersteuning mail info@jeejar.nl. Ruim 30 jaar ervaring met de markt.

Een besluit om één of meerdere markten in een gemeente toe te staan en de daarbij behorende regels worden meestal vastgelegd in een afzonderlijke verordening
de MARKTVERORDENING.

De Marktverordening is een samenstel van regels wat er wel en niet mag op een markt en waaraan de marktkooplieden zich te hebben te houden. In deze verordening wordt ook de mogelijkheid aan het college van burgemeester en wethouders gegeven om een marktdienst of marktmeester aan te wijzen. De verordening geeft dan tevens de mogelijkheid om diverse bevoegdheden van het college namens hen te laten uitvoeren door de marktmeester en zijn plaatsvervanger(s).

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft wel een model Marktverordening opgesteld. Echter in praktijk blijkt dat veel gemeenten er een eigen regelgeving in de Marktverordening op na houden.
Dit betekent dat marktkooplieden die op diverse waren markten staan geconfronteerd worden met verschillende regels.
In de regel is de marktmeester dan ook het aanspreekpunt voor de koopman.
Dat er dan nog al eens sprake is van een verschil van mening vloeit in feite voor uit de diversiteit aan regelgeving en de wijze waarop deze wordt uitgelegd.

Hebt u problemen met uw markt  mail info@jeejar.nl .

 

 

 

 

CONTACT FORMULIERHOMEACTUEEL
GEMEENTEN
HORECA
UWV
BURGER
ONDERNEMER
APV
BIBOB
PROSTITUTIE
VERDOVENDE MIDDELEN
CAMERATOEZICHT
MARKTVERORDENING
KANSSPELEN
BESTUURLIJKE BOETE
OMGEVINGSVERGUNNINGRAMPEN/CALAMITEITENAlGEMENE VOORWAARDEN

 

 MARKTVERORDENING

J E E J A R