CAMERATOEZICHT
 
   

           

                     JEEJAR

 
 Juridisch Administratief Recht

                                                                                                                                                               

 

 

 

 

 

 

 

                                               31 augustus 2014
CONTACT FORMULIER

 

 

22 mei 2014. Gemeentewet wordt aangepast om tijdelijk cameratoezicht mogelijk te maken.
In meerdere gemeente vindt tijdelijk cameratoezicht plaats zonder dat daarbij de in de Gemeentewet geborgde rechtszekerheid wordt toegepast. Bij tijdelijk cameratoezicht wordt de burger niet voor dat toezicht in kennis gesteld door middel van borden, zoals in de Gemeentewet verplicht is gesteld. En ook de wijze waarop de gegevens worden opgeslagen en bewaard is volstrekt onduidelijk. Bij tijdelijk cameratoezicht verstoppen de burgemeesters zich achter de politie. In het kader van evenementen en opsporing mag de politie cameratoezicht uitoefenen. Echter indien camera's worden opgehangen die dan wel dan niet worden gebruikt is er sprake van permanent toezicht en moeten de regels worden gevolgd.
Om de zaken nu in feite te legaliseren zal de Gemeentewet worden aangepast. Daarin zullen dan wel weer bepalingen komen om ook in dat geval de rechtszekerheid voor de burgers en de privacy te beschermen.

25-09-08 Permanent cameratoezicht in strijd met de Gemeentewet.
Het hieronder aan gehaald artikel 151c van de Gemeentewet geeft de gemeenteraad de mogelijkheid om bij verordening cameratoezicht mogelijk te maken. De burgemeester dient aan te geven voor welke tijd dat toezicht zal gelden. In veel gemeenten is er echter steeds meer sprake van permanent toezicht door camera's. Volgens P. van Dijk, deskundige cameratoezicht bij het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid is dit in strijd met de wet (interview in het Binnenlands Bestuur). De Gemeentewet geeft aan dat de bescherming van de openbare orde de grondslag is om cameratoezicht voor een bepaalde periode toe te staan. Dit brengt met zich mee dat de burgemeester regelmatig een evaluatie zal moeten houden om de resultaten van het cameratoezicht duidelijk in beeld te krijgen. Op basis daarvan moet de gemeenteraad informatie ontvangen. Indien de gemeenteraad de betreffende verordening intrekt vervalt de grondslag om cameratoezicht toe te passen. Dus de uiteindelijke verantwoordelijkheid ligt bij de gemeenteraad.
 

6 april 2007 Camera toezicht wordt intelligenter en meer effectief.
In Engeland zijn proeven met de "sprekende" camera met succes afgesloten. In Nederland is er al enige tijd sprake van de "luisterende" camera. De ontwikkeling op het gebied van camera surveillance is weer een stap verder.
Personen die zich misdragen of iets doen wat niet door de beugel kan kunnen direct, weliswaar op afstand, worden aangesproken. Tijdens de proef in Engeland is gebleken dat personen goed reageren op hetgeen hen te verstaan wordt gegeven. Van belang hierbij is dat er ook sprake is van een goede opvolging indien een persoon niet wenst te luisteren. Dit betekent dat de politie binnen een korte termijn ter plaatse moet kunnen zijn.
Gebleken is dat de "sprekende" camera zeer preventief werkt en kan zorgen dat escalatie wordt voorkomen. Met name nu personen zich er nog meer van bewust worden dat zij direct worden geobserveerd en "in beeld" zijn.
Van belang is dat gemeenten bij cameratoezicht willen toepassen moeten zorgen voor een goede infrastructuur waarbij het gebruik van glasvezel kabel onontbeerlijk is.
En nog meer komt de nadruk te liggen op de kwaliteit van de personen die zich achter de camera bevinden.


22 oktober 2006. Onderzoek gemeente Zaandam inzake cameratoezicht.
Conclusie van dit onderzoek is dat cameratoezicht alleen effectief is als er sprake is van live uitkijken. Deze conclusie had al jaren geleden getrokken kunnen worden als men toen  had gekeken naar de effectiviteit van cameratoezicht in de gemeente Arnhem.
In wezen is er niet veel veranderd met betrekking tot het cameratoezicht. Er moet het eerst worden gekeken naar de effectiviteit en dat betekent dat er live meer gekeken moet worden en ten tweede dat cameratoezicht het nadelig effect heeft dat bepaald probleemsituaties zich zullen gaan voordoen in die gebieden waar geen camera's staan opgesteld. Men kan zich afvragen of er met betrekking tot het cameratoezicht niets is bijgeleerd. De effecten van een aantal jaren geleden waren voorspelbaar. Het rapport van de gemeente Zaandam derhalve ook. In principe zijn er geen nieuwe zaken op tafel gekomen.  
Naast de camera installatie zal er geïnvesteerd moeten worden in camera operators. De kosten van de camera operators zullen moeten worden afgewogen tegen de tijdstippen waarop live meekijken noodzakelijk is en dat zal in de regel in de nachtelijke uren zijn of ten tijde van evenementen of tijdens andere bijzondere gebeurtenissen. Een camera operator kan niet zo iemand zijn maar moet getraind zijn in het observeren en het objectief inschatten van situaties die hij ziet. Op basis van die situaties kan hij de politie informatie geven om effectief op te treden.  Indien blijkt het probleemsituaties verschuiven naar plaatsen waar ze geen camera's beginnen dat kan erg weinig anders worden geconcludeerd dan dat het gebied waar camera's staan te klein is. Voor dat camera's geplaatst worden dient rekening te worden gehouden met dit verschuivings effect. Alleen plaatsen van camera's is dan ook niet voldoende. Zo is het ook van belang op bepaalde plaatsen licht in het duister te brengen door het aanbrengen van voldoende lichtpunten.
Wilt u een objectieve kijk op uw cameratoezicht mail:  info@jeejar.nl

Op 1 februari 2006 (Stb. 2005/392) is een wijziging van de Gemeentewet in werking getreden.

Het volgende artikel is aan de Gemeentewet toegevoegd.

Artikel 151c van de Gemeentewet

 1.         De raad kan bij verordening de burgemeester de bevoegdheid verlenen om, indien
             dat in het belang van de handhaving van de openbare orde noodzakelijk is, te
             besluiten tot plaatsing van vaste camera’s voor een bepaalde duur ten behoeve
             van het toezicht op een openbare plaats als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de
             openbare manifestaties andere bij verordening aan te wijzen plaatsen die voor een
             ieder toegankelijk zijn. De burgemeester bepaalt de duur van de plaatsing en wijst
             de openbare plaats of plaatsen aan, met inachtneming van hetgeen daaromtrent
             in de verordening is bepaald.

 2.    De burgemeester stelt, na overleg met de officier van justitie in het overleg, bedoeld in artikel 14 van de Politiewet 1993, de periode vast waarin in het belang van de handhaving van de openbare orde daadwerkelijk gebruik van de camera's plaatsvindt en de met de  camera’s gemaakte beelden in elk geval rechtstreeks worden bekeken.

 3.    De burgemeester bedient zich bij de uitvoering van het in het eerste lid bedoelde
        besluit van de onder zijn gezag staande politie.

 4.    De aanwezigheid van camera’s als bedoeld in het eerste lid is op duidelijke wijze kenbaar voor een ieder die de desbetreffende openbare plaats betreedt.

 5.    Met de camera’s worden uitsluitend beelden gemaakt van een openbare plaats als bedoeld in artikel 1 van de Wet openbare manifestaties en andere bij verordening aan te wijzen plaatsen die voor een ieder toegankelijk zijn.

 6.    De met de  camera’s gemaakte beelden mogen in het belang van de handhaving van de openbare orde worden vastgelegd en gedurende ten hoogste vier weken worden bewaard.

 7.    De vastgelegde beelden, bedoeld in het zesde lid, vormen een tijdelijk register in de zin van de Wet politieregisters. Met inachtneming van artikel 13, zevende lid, van de Wet politieregisters kunnen uit dat register gegevens worden verstrekt ten behoeve van de opsporing van een gepleegd strafbaar feit.

 8.        Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden met het oog op de goede uitvoering van het toezicht, bedoeld in het eerste lid, regels gesteld omtrent:

a.     de vaste camera’s  en andere technische hulpmiddelen benodigd voor het toezicht, bedoeld in het eerste lid, en de wijze waarop deze hulpmiddelen worden aangebracht;

b.     de personen belast met of anderszins direct betrokken bij de uitvoering van het
               toezicht; en

c.     de ruimten waarin de waarneming of verwerking van door het toezicht
               vastgelegde beelden plaatsvindt.

 

Ondertussen is er ook een wijziging en in dit geval een overgangsbepaling in de Gemeentewet opgenomen. In deze overgangsregeling wordt gemeenten die al over camera toezicht beschikken één jaar de tijd gegeven om te voldoen aan het gestelde in dit nieuwe artikel 151c van de Gemeentewet.

 

 

 

 

HOME
GEMEENTEN
HORECA
UWV
BURGER
ONDERNEMER
APV
BIBOB
PROSTITUTIE
VERDOVENDE MIDDELEN
MARKTVERORDENING
KANSSPELEN
BESTUURLIJKE BOETE
OMGEVINGSVERGUNNINGRAMPEN/CALAMITEITENAlGEMENE VOORWAARDEN