J E E J A R
Juridisch Administratief Recht

 

 

 

 

 

 


 

                                               06 januari 2017

 

Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur
 

 

19 mei 2016 De Wet Bibob en het debacle van FC Twente.
Iedereen die dit leest wordt verondersteld op de hoogte te zijn van de problemen bij de voetbalvereniging FC Twente. Maar hoe komt de wet Bibob dan in beeld. Dat heeft te maken met de ondersteuning die de gemeente Enschede biedt aan deze vereniging in de vorm van garantstelling of financiële bijdragen in welke vorm dan ook en vergunningen.
De gemeente Enschede gaat heel rigide om met de wet Bibob. In de afgelopen jaren zijn diverse horeca ondernemers of hun vergunning kwijtgeraakt of hebben geen vergunning gekregen met als grondslag de wet Bibob. Grote horecabedrijven moesten hierdoor hun deuren sluiten. Op de sociale media werden de ondernemers voor alles en nog wat uitgemaakt en vond men terecht dat de gemeente zo handelde. Hoe nu anders met FC Twente. Er zit een nieuw bestuur die enorm zijn best doet om de zaak weer gewoon op de rails te krijgen. De waarnemend voorzitter was dan ook zichtbaar aangeslagen door de degradatie naar de Eerste divisie.
Maar gezien de achterliggende problematiek is het de vraag of de gemeentebesturen van Enschede ten aanzien van financiële ondersteuning en vergunningen niet eerste een advies moet vragen bij het Bureau Bibob van het Ministerie van Veiligheid en Justitie.
Wanneer valt een natuurlijk of zoals bij FC Twente een rechtspersoon onder de wet Bibob. Dat is bij beschikkingen die subsidie betreffen of vergunningen op grond van de wet of gemeentelijke verordening (denk aan het houden van wedstrijden, de horeca, bouwvergunningen, wet op de kansspelen, aankoop, huur, lease huurkoop, uitvoering van diensten en de meest ruime zin.
Eén advies aanvraag kan voldoende zijn. En gezien de gewijzigde wet Bibob (artikel 3 lid 4 aanhef onder c.) moeten daarbij dan ook de voormalige bestuurders en hun handelingen worden betrokken ("of in een zakelijk samenwerkingsverband tot hem staat of heeft gestaan"). Nu de Fiod en het OM ook een strafrechtelijk onderzoek zijn begonnen komt artikel 3 Bibob nog eens nadrukkelijker in beeld ("Voorzover het ernstig gevaar als bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel b, betreft, wordt de mate van het gevaar vastgesteld op basis van: a. feiten en omstandigheden die er op wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat de betrokkene in relatie staat tot strafbare feiten die zijn gepleegd bij activiteiten die overeenkomen of samenhangen met activiteiten waarvoor de beschikking wordt aangevraagd dan wel is gegeven").
Gelukkig mag ieder gemeentebestuur zelf bepalen of er wel of geen Bibob advies wordt gevraagd. Maar gezien het rigide optreden inzake andere ondernemers is het niet vragen van een Bibob advies in feite met twee maten meten. En bij de horeca ondernemers is die wet en de besluitvorming knetterhard en onverbiddelijk en leidt tot faillisement van die betrokkene en dat vindt niemand erg. Die ondernemer wordt nog jarenlang met de vinger nagewezen en heeft blijkbaar geen kans om zich te verbeteren. Dus ook bij die ondernemer zou het anders moeten zijn.

3 maart 2016. Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State noopt bestuursorganen tot nadenken.
En weer is er een uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State die er voor zorgt dat bestuurorganen goed moeten nadenken over de toepassing van de wet Bibob.
Dit niet alleen, maar ook het Bureau Bibob van het Ministerie van Veiligheid en Justitie zal beter moeten nadenken voordat er adviezen worden gegeven dat er sprake zou kunnen zijn van ernstig gevaar indien een vergunning wordt afgegeven.
Op 1 november 2015 (hieronder) hebben wij al aangegeven dat de Afdeling de weg heeft gekozen van het Europese Hof. En dat is dat iemand die verdacht wordt van een strafbaar feit en daar voor wordt vervolgd en misschien in eerste aanleg daarvoor zelfs is veroordeeld, maar tegen die veroordeling in beroep of cassatie is gegaan, een dergelijke verdenking niet mag worden gebruikt om een negatief Bibob oordeel te vormen. De burgemeester van Leiden heeft dat nu moeten ondervinden door de uitspraak van de Afdeling van 24 februari 2016. Verdenkingen tegen een persoon van het vermeend plegen van strafbare feiten, welke verdenkingen door het Bureau Bibob en door de burgemeester zijn geïnterpreteerd als ernstig gevaar en geleid hebben tot weigering van de vergunning, hebben tenslotte in strafrechtelijke zin geresulteerd in vrijspraak. En daarmee is in feite de bodem onder de bestuurlijke besluitvorming weggeslagen. Dus de vergunning is onterecht geweigerd. Een procedure die lange tijd heeft geduurd en de waardoor betrokkene niet heeft kunnen exploiteren. Met nu een mogelijke schadeclaim van in de miljoenen aan het adres van de burgemeester van Leiden.
Vorenstaande betekent eenvoudig weg ten eerste dat iemand als niet schuldig moet worden geacht tot dat zijn schuld in rechte vaststaat en ten tweede zolang de schuld niet vaststaat een bestuursorgaan zeer terughoudend moet zijn om aan een niet vaststaande schuld consequenties te verbinden met het risico dat indien blijkt dat de verdenking onterecht is het bestuurorgaan een enorme claim kan verwachten tegen het dan onrechtmatig bestuurlijk handelen.

24 februari 2016. Burgemeesters, coffeeshops en Bibob gaan niet samen.
In Nederland kennen we al sinds jaren het beroemde coffeeshop beleid. En dat beleid zorgt voor een spagaat op diverse niveaus. De politiek in Den Haag rollebolt regelmatig over elkaar heen. Burgemeesters die de teelt van weed willen legaliseren en een minister van veiligheid en justitie die daar tegen is omdat Europa tegen is. Elders in de wereld is men aan het bijdraaien. Coffeeshops of andere verkooppunten en zelfs de teelt van weed. Daar trekt men een eigen plan.
En wat te denken van de achterdeur. Want waar komt de hasj in de coffeeshop vandaan. Duidelijk uit het illegale circuit. Nu is de verkoop van hasj ook gewoon verboden gesteld in de Opiumwet maar daar wordt dan onder voorwaarden niet tegen opgetreden het zogenaamde gedoogbeleid, zoals geen verkoop aan personen onder de 18 jaar en geen grotere voorraad aanwezig dan 500 gram en geen overlast. In Limburg is daarbij gekomen, geen verkoop aan niet ingezetenen. In het bestuursrecht het laatste gedogen wat nog wordt geaccepteerd onder een andere noemer aangezien de overheid niet meer mag gedogen dat regels worden overtreden. Handhaven is het credo.
De belastingdienst is op jacht naar de achterdeur en de financiën die daar bij behoren. En zo nu en dan worden voorraden van coffeeshops opgerold, de zogenaamde stash. Dan worden er weer personen opgepakt die die stash onder zich hebben en die komen dan weer met justitie in aanraking. Maar de stash is in feite onlosmakelijk verbonden met het aanleveren aan de coffeeshop omdat die nooit meer dan 500 gram aanwezig mag hebben. Over de achterdeur wordt nagenoeg nooit wat gezegd in de handhavingsarrangementen van de gemeente in het coffeeshop beleid. En de personen die vervolgens de hash aanleveren bij de coffeeshop. In feite ook weer verboden, maar ook weer onlosmakelijk verbonden met de exploitatie van een coffeeshop. Het gedoogbeleid zorgt voor vele illegale handelingen en in feite een doorlopende stroom van strafbare feiten.  De rechters in Nederland lijken er zo langzamerhand wel klaar mee te zijn met deze bijzondere positie van diegenen die zich in die wereld van gedoogde coffeeshops bewegen. Veroordelingen zonder strafoplegging is dan in de regel het resultaat.
Er zijn echter burgemeesters die het niet echt snappen. Het gedogen is één. Maar dat een coffeeshop daarnaast op grond van de plaatselijke regels ook nog een zogenaamde exploitatievergunning nodig heeft van de burgemeester maakt het nog ingewikkelder. Vooral als de burgemeester het beleid heeft om aanvragen om exploitatievergunning aan de Bibob toets te onderwerpen of zelfs dergelijke aanvragen klakkeloos door het Bureau Bibob van het ministerie van veiligheid en justitie te laten toetsen en dus om een advies vragen. Het antwoord van het Bureau Bibob zal altijd negatief zijn. Advies ernstig gevaar dus geen vergunning. Wat moet die burgemeester dan vervolgens doen, het advies naast zich neerleggen. Een burgemeester heeft echter een eigen bevoegdheid om wel of geen advies te vragen. Bij een exploitatievergunning voor een coffeeshop dus gewoon geen advies aanvragen. Blijft een burgemeester dat wel doen en legt hij een dergelijk advies naast zich neer dan moet dat ook nog eens worden onderbouwd waarom. Gebeurd dat niet dan is ieder Bibob advies aan willekeur verbonden.


1 november 2015.
Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State en de wet Bibob.
Bij de wijziging van de wet Bibob is er door de Raad van State als adviserend orgaan al behoorlijk kritisch gereageerd op deze wetswijziging en de mogelijke gevolgen daarvan in het kader van de rechtsbescherming. Er is zelfs verwezen naar artikel 6 van het Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele vrijheden (EVRM).  In het kader van de bestuursrechtelijke handhaving en vooral de rechtsbescherming komt het EVRM, volledig terecht, steeds duidelijker naar voren. In het kader van bestuurlijk handhaven en het opleggen van bestuurlijke boeten zou er sprake moeten zijn van een overeenkomstige bescherming als welke, in het kader van het Strafrecht, voortvloeit uit het Wetboek van Strafvordering. Zowel  de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna de Afdeling) als de Centrale Raad van Beroep hebben er, met name in het afgelopen jaar, blijk van gegeven dat zo maar bestuursrechtelijk ingrijpen en torenhoge boeten opleggen niet zo maar kan.
En dan nog maar niet te spreke van de wet Bibob welke het doel heeft om het zwartgeld circuit buiten de deur van de vergunningen te houden en of dat nu betrekking heeft op aanvragen om vergunningen of bestaande vergunningen.
De Afdeling geeft er blijk van aanmerkelijk subtieler en terughoudende met de toepassing van de wet Bibob om te gaan. Rechtbank lopen nog steeds heel gemakkelijk achter de besluitvorming van de bestuursorganen aan. Gevolg daarvan is dat niet alleen de bestuursorganen een tik over de vingers krijgen maar ook de Rechtbanken.
In de uitspraak van de Afdeling van 11 februari 2015 (Gst 2015/87) gaat deze in feite nog wat verder dan het Europese Hof van de Rechten van de Mens. En ook in dit geval terecht.
Het Europese Hof heeft in een uitspraak in 21 maart 2000 het volgende aangegeven:
“The voicing of suspicions regarding an accused’s innocence is conceivable as long as the conclusion of criminal proceedings has not resulted in a decision on the merits of the accusation. However, it is no longer admissible to reply on such suspicions once an acquittal has become final”.
Dit betekent dat zolang iemand verdachte is dat meegewogen zou mogen worden in een afweging om een vergunning wel of niet te verlenen of in te trekken.
De Afdeling heeft aangegeven dat een vermoeden van het wel of niet hebben gepleegd van een strafbaar feit niet mag worden meegewogen. Dit is terecht aangezien indien dit wel zou worden meegewogen in de besluitvorming en de verdenking later alsnog komt te vervallen of er vrijspraak komt dat vermoeden dan, achteraf, onterecht is geweest en ook, achteraf onterecht bij de besluitvorming is betrokken. De Afdeling heeft hier dus een duidelijk standpunt ingenomen.
En volgens het EVRM zowel als het Wetboek van Strafvordering dient iedereen als onschuldig te worden beschouwd tot dat een onafhankelijke rechter op grond van wettig en overtuigend bewijs, iemand veroordeeld voor het begaan van een strafbaar feit.
En een andere kentering in de uitspraken inzake Bibob is dat indien er sprake is geweest van een onrechtmatig verkregen financieel voordeel maar dit voordeel ontnomen is of terug is betaald dat voordeel dan ook niet meer mag worden gebruikt om een vergunning te weigeren of in trekken, omdat er dan geen sprake meer is van een voordeel.

17 oktober 2014. Kentering in uitspraken Bibob zaken en wijziging zorgt voor meer problemen.
Er zijn een aantal wijzigingen in de wet Bibob opgenomen die door de Raad van State zijn bekritiseerd en waarbij de Raad van State heeft aangegeven dat door die wijzingen de wet Bibob wel eens direct aan artikel 6 van het Europees Verdrag "(EVRM) zou moeten worden getoetst.
De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft ondertussen een aantal uitspraken gedaan in Bibob zaken die van belang zijn en waarbij die toets aan artikel 6 EVRM heeft plaatsgevonden.
Personen waartegen strafrechtelijke bedenkingen bestaan en een opsporingsonderzoek onderzoek loopt en vooral in het kader van de overtreding van de Opiumwet kennen bij de gemeenten geen genade. Echter als later blijkt dat er van die onderzoeken niets overblijft en er sprake is van sepot of vrijspraak dan zijn die bedenkingen dus onterecht geweest en dus moet het Bureau Bibob van het Ministerie van Justitie en Veiligheid daar wel rekening mee houden. Eigenlijk geldt dan ook in bestuursrecht dat vermoedens niet voldoende zijn en moet iets wettig en overtuigende bewezen zijn.
Dit kan voor een kentering zorgen in de Bibob zaken.
Een ander groot probleem is dat de termijnen waarbinnen het Bureau Bibob advies moet uitbrengen zijn verlengd en dat brengt met zich mee dat aanvragers van vergunningen makkelijk een half jaar moeten wachten voordat er vergunning wordt verleend. Als een ondernemer dat halve jaar ook nog eens huur moet betalen voor een pand dan is die ondernemer failliet voor dat deze kan beginnen. De ondernemers doen er goed aan met de pand eigenaren daarover afspraken te maken en in een huurovereenkomst een zogenaamde opschortende werking op te nemen, bijvoorbeeld dat de huur niet eerder begint te lopen dan dat de vergunningen zijn verleend. Maar of pand eigenaren daar aan willen meewerken is natuurlijk maar de vraag.

29 juli 2014. Wet Bibob leidt ook tot willekeur.
Indien een gemeente iets graag wil dan wordt de wet Bibob gewoon niet toegepast. Indien een gemeente iets niet wil dan wordt deze wet te onpas ingezet. Zelfs voor het aanvragen van een ventvergunning. Het toepassen van de wet Bibob moet er een zijn van subsidiariteit en proportionaliteit. Dat behoort het eerste toetsingskader te zijn. Gemeenten hebben dat al lang uit het oog verloren evenals de bezwarencommissie. En zelfs de rechtbanken in Nederland passeren deze toets. De toepassing van de wet Bibob begint op burgertje en ondernemertje pesten te lijken. De overheidsorganen die de Bibob procedure willen ingaan zouden eerst een besluit moeten nemen in verhouding met de subsidiariteit en proportionaliteit. Ventvergunning, dakkapel, garage. Tot hoever gaat de overheid. En het kost allemaal klauwen vol met geld.

3 juli 2014. Wet Bibob heilig voor rechtbanken en Raad van State.
Deze wet is een roep om een behoorlijk bestuurlijk procesrecht waarin de rechten van de burger en ondernemer aanmerkelijk worden versterkt. In het strafrecht kan niemand op vermoedens worden bestraft en moet er sprake zijn van wettig en overtuigend bewijs. In het bestuursrecht is er sprake van zogenaamde vrije bewijs vergaring door het bestuursorgaan. Zelfs in het kader van het strafrecht verkregen onrechtmatig bewijs mag in het bestuursrecht alsnog worden gebruikt om een vergunning te weigeren of in te trekken.
En in de wet Bibob geldt dat ook voor vermoedens. Dus waar rook is is voor deze wet ook sprake van vuur.
En indien een ondernemer of burger problemen heeft gehad met de belastingdienst dan wordt hem dat in het kader van een vergunningentraject ook nog eens extra verweten. De belastingdienst die al alle bevoegdheden heeft om een ondernemer of burger het leven bijzonder zuur te maken in het kader van aanmaningen, dwangbevelen en beslaglegging. Dat daar dan ook nog eens de wet Bibob overheen komt is in feite twee keer straffen voor het zelfde feit. Maar er wordt van uitgegaan dat je de belasting niet mag benadelen en indien je dat wel doet daar dan ook alle gevolgen van moet dragen en niet alleen de sancties van de belastingdienst en in het ergste geval de strafrechter maar ook bestuurlijk.
Maar wat als het wettig en overtuigend bewijs niet is bewezen en de belastingdienst niets kan doen en de strafrechter niet tot een veroordeling kan komen dan nog blijft de wet Bibob het, in feite, bestraffende middel. Dit maakt een inbreuk op de rechten van de ondernemer/burger. Rechten die in dit kader aanmerkelijk beter beschermd dienen te worden. Ook hier zo moeten gelden dat bewijzen wettig en overtuigend dienen te zijn en niet uit vermoedens mogen bestaan.

20 september 2013. Gewijzigde wet Bibob in werking getreden.
De wijzigingen van de Wet Bibob zijn in werking getreden. Eén van de belangrijkste onderdelen is dat diegene die het aangaat nu een kopie mag krijgen van het advies. En dat is een behoorlijke stap voorwaarts in de rechtsbescherming. Echter inhoudelijk is de wijziging op een aantal punten meerdere stappen achteruit gegaan. Er is de afgelopen jaren al veel discussie ontstaan over wat onder zakelijk samenwerkingsverband moet worden verstaan. De wetswijziging heeft daar nu een uitbreiding aan toegekend waardoor ook zakelijke samenwerkingsverbanden van in het verleden kunnen worden meegewogen. De Raad van State als adviserend orgaan aan de regering heeft aangegeven dat deze wijziging wel eens door de bestuursrechter zou kunnen worden gezien als een overschrijding van de Europese Rechten van de Mens en de Fundamentele vrijheden. Dus de wijziging zal weer zorgen voor veel procedures. Nu lopen er ondertussen al zaken bij het Europese Hof betreffende de wet Bibob. En dan gaat het met name om de bepalingen in de wet Bibob die er voor zorgen dat het hebben ver vermoedens al voldoende is om tot maatregelen te komen. Maar vermoedens zijn geen feiten en de rekbaarheid van het begrip vermoeden in de vorm van waar rook is vuur gaat de rechtszekerheid voorbij. Maar het is uiteindelijk aan het Europese Hof om daar wat van te vinden. De nieuwe wijziging zal misschien de Nederlandse bestuursrechter er sneller toe aanzetten om strijdigheid met het EVRM aannemelijk te achten.

8 maart 2013 Bureau Bibob misbruikt om via de achterdeur alle coffeeshops te sluiten.
De belastingdienst probeert bij de ondernemers dan wel besturen van de coffeeshops gegevens los te peuteren van de hoeveelheden die op verborgen plaatsen ter bevoorrading van de coffeeshop achter worden gehouden. De zogenaamde stash. Indien de ondernemer of het bestuur zo dom is om die gegevens in te leveren bij de belastingdienst dan loopt deze dienst daarmee naar justitie. De officier van justitie geeft dan de burgemeester een tip om ten aanzien van die coffeeshop een advies aan de vragen bij het Bureau Bibob van het Ministerie van Justitie. Indien een burgemeester dat doet dan is het lot van de coffeeshop bezegeld. De ondernemer dan wel bestuurders maken zich, door vele kilogrammen in voorraad te houden, weliswaar buiten de coffeeshop, toch schuldig aan de overtreding van de Opiumwet. En dat levert altijd een negatief advies op van het Bureau Bibob en dan kan de burgemeester niet anders dan overgaan tot sluiting van de coffeeshop. En de coffeeshophouders die hebben nu eenmaal maar weinig rechten. Indien een burgemeester niet wil dat het aantal coffeeshops terug loopt in zijn gemeente in verband met mogelijke toename van illegale oncontroleerbare vanuit woningen of straathandel dan kan de burgemeester de tip van de officier van justitie naast zich neerleggen. Dat kan niet als het advies er eenmaal ligt. Maar de Tweede Kamer der Staten Generaal die al een aantal keren gediscussieerd over het coffeeshop beleid en heeft aangegeven dat de grens tussen achterdeur en de coffeeshop de grens is en coffeeshops moeten kunnen, worden nu door de vierde macht, in deze staatssecretaris Teeven, gepasseerd gelet op de weg die deze staatssecretaris aan het volgen is. Het wordt tijd voor de leden van deze kamer om de staatssecretaris daarover vragen te stellen.

26 januari 2013. Raad van State waarschuwt voor het verder oprekken van de wet Bibob.

De Raad van State als adviserend orgaan aan de regering heeft een zeer uitvoerige reactie gegeven op het door de regering voorgestelde wijziging van de wet Bibob. De Raad van State geeft aan dat indien de wet dusdanig wordt uitgebreid zoals in het voorstel is neergelegd er van moet worden uitgegaan dat het Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden zal worden geschonden. Dat betekent tevens dat er niet meer van vermoedens mag worden uitgegaan maar alleen nog maar van onweerlegbare feiten. De huidige wet Bibob maakt het, nog, mogelijk om op grond van alleen maar vermoedens vergunningen tegen te houden of zelfs in te trekken. Indien de wetswijziging doorgaat dan zullen de gemeenten daar op een hele andere manier mee dienen om te gaan. De wet Bibob komt dan bijna naast het wetboek van strafrecht te liggen en wetboek van strafvordering inclusief de daarin opgenomen beschermende bepalingen, zoals dat niemand zich door eigen verklaringen behoeft te benadelen en het zwijgrecht.

19-2-2010. Europese Hof iedereen is onschuldig tot dat het tegendeel is bewezen.
Voor menigeen is vorenstaande het intrappen van een open deur. Echter het Europese Hof heeft hier nog iets zeer belangrijks aan toegevoegd. Indien iemand wordt vrijgesproken, omdat het bewijs niet geleverd kan worden, dan blijven er veelal verdenkingen bestaan. Echter ook deze verdenkingen mogen op geen enkele wijze tegen iemand worden gebruikt.
Na een onherroepelijk geworden vrijspraak is volgens het Europese Hof ‘even the voicing of suspicions regarding an accused’s innocence’ niet langer toegestaan. Dat betekent dat er dan ook niet meer gesproken mag worden over verdenkingen laat staan dat die verdenkingen tegen iemand mogen worden gebruikt in een procedure. En dat kan vervolgens niet veel anders worden uitgelegd dan dat dit niet alleen voor het strafrecht geldt, maar ook voor het administratieve recht. De rechtbank Almelo heeft vorig jaar een uitspraak gedaan waarin, echter met andere woorden, in feite tot de zelfde conclusie is gekomen (zie hieronder bij 4 januari 2009). In de wet Bibob wordt er veel gesproken over "vermoedens" en derhalve "verdenkingen". Er kan niet veel anders meer worden geconcludeerd dan, gezien de uitspraak van het Europese Hof, een groot deel van de wet Bibob niet meer overeind kan worden gehouden. Alleen feiten tellen en dat betekent dat alleen die feiten nog mogen tellen die door een onafhankelijke rechter in een onherroepelijk vonnis zijn uitgesproken.

30-09-2009. Veel gemeenten weten niet wat ze met de wet Bibob moeten doen.
Veel gemeenten lopen achter andere gemeenten aan mbt de wet Bibob. Veel beleidsnota's van andere gemeenten worden gewoon overgenomen. En dat alles bij gebrek aan kennis. Iedere gemeente moet zelf eerst bij zichzelf te rade gaan wat deze wet voor de gemeente kan betekenen. Gevolg is dat de kleinere gemeenten alleen maar naar de kosten kijken en met deze wet niets doen. Andere gemeenten die er wel iets mee doen weten echter niet wat de feitelijke gevolgen zijn. Er valt voor deze gemeenten nog veel te leren. Met name nu schade claims opdoemen bij een verkeerd gebruik en een deel van de wet Bibob onder vuur licht bij het Europese Hof. Deze wet wordt nu gebruikt voor een heel ander doel.

30-09-2009 Ook Nationale Ombudsman verwijst naar de gemeente Losser.
Deze gemeente heeft de wet Bibob op een nogal eigen wijze uitgelegd. Er wordt door deze gemeente gewezen naar het regionale steunpunt Bibob (in Twente en onder de verantwoordelijkheid van de voormalige burgemeester van Almelo, dhr. M. Knip). De Minister van Justitie heeft al aangegeven dit steunpunt niet te kennen. De Nationale Ombudsman geeft aan dat de Minister nu terug heeft verwezen naar de gemeente Losser en dus de burgemeester van deze gemeente zelf. Die wordt nu verantwoordelijk gemaakt voor zeer onbehoorlijk gedrag.

12-09-2009. Minister van Justitie geeft aan dat gemeente Losser het boekje te buiten is gegaan.
De gemeente Losser, in het oosten van het land, heeft in het kader van de toepassing van de wet BIBOB in haar beleidsnota meerdere keren gewezen op het regionale steunpunt BIBOB. Bij het bevragen van een ondernemer stelde één persoon zich voor als zijnde van het Bureau BIBOB. De Minister van Justitie heeft daar nu eindelijk, na tussenkomst van de Nationale Ombudsman, een duidelijke verklaring over gegeven. Regionale BIBOB ambtenaren bestaan niet evenmin als het regionale steunpunten BIBOB in Twente. In de regio Twente en naar aanleiding van een besluit van het regionaal college was de voormalige burgemeester M. Knip verantwoordelijk voor het regionale steunpunt BIBOB. En wat zegt de minister van justitie nu. Het door het regionale college in Twente in het leven geroepen steunpunt is in strijd met de wet. Bijzonder daarbij is dat ook het openbaar ministerie van Twente in dat overleg vertegenwoordigd is. De minister heeft nu de klacht neergelegd bij het gemeentebestuur van de gemeente Losser. De wet BIBOB wordt misbruikt. Het Europese Hof zal daar ook nog uitspraken over doen. Maar op plaatselijk niveau is dus ook duidelijk veel mis en er is zelfs sprake van misbruik van deze wet. En de Tweede Kamer die daar verantwoordelijk voor is en die daar onderzoek naar zou moeten doen, wat doet die. Die zwijgt. 

 7 juli 2009 BIBOB wetgeving maakt einde aan rechtsbescherming.
Personen die ooit een onderdeel hebben uitgemaakt van een strafrechtelijk onderzoek en daarvan zijn vrijgesproken komen toch de wet BIBOB tegen. Het vreemde is dat in het strafrechtelijke traject een verdachte kan worden vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs. Of justitie geeft aan dat er geseponeerd is. Dus geen strafvervolging. Maar bij de BIBOB wetgeving komen dat soort zaken gewoon weer boven drijven. De strafrechter komt nergens aan te pas maar toch komt via de BIBOB wetgeving indirect een soort straf weer naar boven. De administratief rechtelijke strafsanctie. Die kan bestaan uit het weigeren of intrekken van een vergunning. Zonder enige vorm van proces toch veroordeeld worden voor daden die nooit bewezen zijn. Zo ver is het nu met de wet BIBOB gekomen. Deze wet wordt gebruikt voor zaken waarvoor deze nooit bedoeld is. En met recht zijn er procedures aangespannen bij het Europese Hof. De wet BIBOB wordt gebruikt om personen te straffen die volgens het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering nooit veroordeeld zouden zijn. De wet BIBOB zorgt voor veel zwaardere straffen. Geen vergunning of het intrekken van een vergunning. Bijvoorbeeld voor horecabedrijven die al meer dan tien jaar legaal worden geëxploiteerd. Dit is gewoon straffen als "criminal charge" als bedoeld in het Europese recht. De wet BIBOB zegt dat alleen vermoedens voldoende zijn om iemand aan te pakken. Dus iedereen die vermoedens heeft over het huidige kabinet of het declaratie gedrag van ambtsdragers kunnen dit bij het Ministerie van Justitie aangeven in het kader van het naleven van de wet BIBOB. Deze wet wordt gebruikt waarvoor hij nooit bedoeld is. En de heren van de bouwfraude mogen nooit meer bouwen.

27-04-2009 Misbruik BIBOB is thans aantoonbaar aanwezig.
De Wet BIBOB is ooit bedoeld geweest als ondersteuning voor de gemeenten. Met name om te zorgen dat illigaal geld niet kan worden gebruikt in de zogenaamde bovenwereld. En dan met name niet indien een gemeente voor de activiteit ook nog eens een vergunning moet verlenen.
Het BIBOB traject wordt thans gebruikt om  het aantal coffeeshops in Nederland aanmerkelijk te verminderen. Duidelijk is ook dat indien dat zelfde BIBOB traject op de Nederlandse horeca wordt losgelaten dat er dan over een aantal jaren nog maar een fractie over is van die horeca.
Eén illegale werknemer in een horecabedrijf is voldoende om voor grote problemen te zorgen. Twee keer een controle op illegale werknemers en het is afgelopen met het horecabedrijf. Met de wet BIBOB in de hand kan de gemeente dan optreden. De oorsprong van de wet om, bij aanvragen om vergunning, illegale witwaspraktijken of illegaal geld tegen te gaan in de horeca is al lang een gepasseerd station. Maar wat indien blijkt dat er tenslotte niets aan de hand is. Wie draait er dan op voor de schade claims. Bij BIBOB procedures zij die claims zeer hoog. De gemeenten die BIBOB adviezen aanvragen moeten zich dat goed realiseren.

9-03-2009 GS van Overijssel en gemeente Almelo ondermijnen  BIBOB.
Gedeputeerde Staten van Overijssel heeft in het kader van de Drank- en Horecawet en schijn constructie geaccepteerd die een ondermijning is van BIBOB. Op grond van de Drank- en Horecawet kan er een volmacht worden gegeven aan iemand die een onderneming in exploitatie neemt voor een ander. Deze gevolmachtigde moeten dan wel alle handelingen en ook financiële handelingen kunnen verrichten. Bij de geaccepteerde situatie in Almelo heeft de gevolmachtigde geen enkele financiële bevoegdheid. Sterker nog de wijkgebouwen, waarom het gaat, staan niet ingeschreven in het Handelsregister. Dus niemand weet welke bevoegdheden die gevolmachtigde heeft. En de Voedsel en Waren Autoriteit, het controlerende orgaan inzake de Drank- en Horecawet, is akkoord gegaan met deze katvangers constructie. De gemeente Almelo heeft op grond daarvan 5 wijkgebouwen in exploitatie genomen en alles met één volmacht. De Drank- en Horecawet moet echter voor een ieder op de zelfde manier worden uitgelegd. De acceptatie van deze constructie zorgt niet alleen voor een opening in deze wetgeving maar zorgt er tevens voor dat de wet BIBOB ter zijde kan worden geschoven. Bij de gemeentelijke volmacht is er geen budget gegeven aan de gevolmachtigde. En hij mag alleen die zaken doen die betrekking hebben op de Drank- en Horecawet. Als dat geen schijnconstructie is wat dan wel.
Zie tevens de gemeente Almelo, klik hier.

23-02-2009 Gemeenten moeten oppassen met toepassing BIBOB advies.
De burgemeester van Groningen dhr. Wallage heeft ondertussen een forse schadeclaim aan zijn broek in de orde van € 100.000,-- Echter het Bureau BIBOB van het ministerie van justitie heeft ook een schadeclaim gekregen en die is zelfs nog groter, namelijk € 170.000,--.
Het probleem in totaliteit is, zoals hieronder op 20-02-2009 al is omschreven, dat gemeenten eerst hun eigen huiswerk goed moeten doen en dat het Bureau BIBOB doet waarvoor zij is ingehuurd en dat is kijken naar de herkomst van de financiering waarvoor vergunning wordt gevraagd.
Het Bureau BIBOB maakt daarbij gebruik van gegevens van politie/justitie en belastingdienst. Echter daarbij wordt ook gebruik gemaakt van omstandigheden die zogenaamd nog onder de rechter zijn en dat betekent dat die zaken nog lang geen feiten zijn die aanleiding kunnen zijn om ook maar iets in redelijkheid te kunnen overwegen. En daar ontbreekt het ook in de wet BIBOB aan. In deze wet wordt er namelijk gesproken over vermoedens. Maar vermoedens zijn geen feiten. Indien mensen administratiefrechtelijk kunnen worden aangepakt louter op vermoedens dan moet dat worden gezien als een inbreuk op de rechtsstaat en de persoonlijke levenssfeer. Iedereen kan over een ander een vermoeden hebben. Echter vermoedens zijn geen bewijzen en geen feiten. Er zijn veel mensen die vermoedens hebben over landelijke en plaatselijke bestuurders. Maar dat betekent toch niet dat die landelijke en plaatselijke bestuurders kunnen worden afgezet, ontslagen of uit hun ambt gezet. Het vreemde is dat bij diegenen die een vergunning aanvragen of een vergunning hebben op grond van vermoedens hen wel de vergunning kan worden geweigerd of worden ontnomen.
In meer zaken in Nederland speelt zich dit af. Zoals de burgemeester van Nijmegen die een coffeeshop een vergunning heeft afgenomen. De basis om de vergunning in te trekken was het advies van het Bureau BIBOB. Nu waren een aantal van de door BIBOB aangedragen zaken en met name vermoedens gelegen in omstandigheden die nog onder de rechter waren. Tijdens één van de zaken bij het Gerechtshof te Arnhem werd tijdens een tussenvonnis de basis weggehaald op grond waarvan de belastingdienst dacht navorderingen te kunnen heffen. En daar is ook een groot deel van het negatieve BIBOB advies ontkracht. Gelet op de enorme inbreuk die de wet BIBOB pleegt op een persoon moet uiterste zorgvuldigheid worden betracht. En daar ontbreekt het nogal eens aan. In de BIBOB adviezen staat nogal veel wollig taalgebruik en worden beschuldigingen geuit die alleen toekomen aan de rechterlijke macht indien er sprake van een strafrechtelijke veroordeling. Het Bureau BIBOB neemt dus standpunten in en vergeet dat zij alleen moet adviseren.
En ook de wet BIBOB is, ondanks haar korte bestaan, toe aan een stevige revisie

20-02-2009 BIBOB adviezen overschrijden wettelijk beoogde doel.
De grondslag van de wet BIBOB is het voorkomen dat illegaal verworven geld wordt gebruikt om in de zogenaamde bovenwereld wit te wassen. Dat witwassen moet dan plaatsvinden door het verkrijgen van vergunningen, aanbestedingen of subsidies die door overheidsorganen moeten worden verstrekt.
De overheidsorganen moeten beschermd worden tegen dit soort praktijken. Dus mogen er geen vergunningen worden verleend indien blijkt dat het geld om op basis van die vergunning iets te doen hebben met,  zoals een horecabedrijf exploiteren, crimineel verkregen geld en op die wijze wordt gefinancierd.
De basis is dat de vergunning verlenende overheidslichamen, zoals het college van burgemeester en wethouders, zelf eerst onderzoek moet doen naar de financiering. Het college kan aan de aanvrager veel vragen stellen over hoe één en ander financieel geregeld is. Blijft na het verstrekken van gegevens, ten aanzien van de vergunning aanvrager, twijfels bestaan over de financiering dan kan het college een beroep doen op het Bureau BIBOB van het Ministerie van Justitie. Dit betekent dat de gemeente eerst het eigen huiswerk goed moeten doen. Dit betekent tevens dat er gegronde twijfels moeten zijn over die financiering.
Wat is echter realiteit. Dat gemeenten het Bureau BIBOB om advies vragen, zonder eerst een behoorlijk eigen onderzoek te doen, en het Bureau vervolgens niet alleen naar de financiële situatie gaat kijken maar ook het strafblad gaat bekijken van diegene die de vergunning heeft aangevraagd. Maar dat is niet alles. Daarbij worden ook zaken meegenomen die nog niet ter beoordeling bij de rechter zijn geweest. Dat komt dan onder de vermelding "vermoedens" te staan. Daaruit trekt het Bureau BIBOB soms zeer ver gaande conclusies terwijl de feiten nog lang niet vast staan. Gemeenten zijn zeer gemakkelijk in het overnemen van die "vermoedens". Maar "vermoedens" zijn geen feiten. Wat het Bureau BIBOB nu doet is nooit de bedoeling geweest. Er is sprake van een overschrijding van de eisen van redelijkheid in de beoordeling van de verzoek om advies ten aanzien van diegenen die een vergunning aanvragen. En tenslotte blijven de gemeenten met de aansprakelijkheid zitten. Met name als de "vermoeden" nadien bij de rechter onjuist blijken te zijn.

23-01-2009 BIBOB adviezen worden geschreven naar beoogde doel. (gewijzigd 17.00 uur)
De adviezen van het Bureau  BIBOB van het Ministerie van Justitie behoren objectief te zijn. Dit betekent dat het Bureau in haar adviezen alleen objectief gecontroleerde en vastgestelde feiten naar voren moet brengen. Helaas is de werkelijkheid anders. In diverse BIBOB adviezen die JEEJAR voor haar cliënten heeft mogen inzien blijkt dat zaken volledig worden aangedikt. Er worden vermoedens uitgesproken die niet zijn onderbouwd met onweerlegbare feiten. Het is zelfs zo dat indien het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk wordt verklaard in een strafzaak het Bureau BIBOB die gegevens alsnog gebruikt om aan te geven dat er een ernstig gevaar voor misbruik van een vergunning aanwezig is. Dat is misbruik maken van wetgeving. Als het OM is gesneuveld in de bewijsvoering dan kan het toch niet zo zijn dat er op een andere manier alsnog sancties voortvloeien uit de missers van het OM. Voor de echte kenners is dat "Detournement de pouvoir".
Ook worden zaken aangedikt. Mishandelingen zijn feiten waarvan de politie in aantoonbare gevallen zelfs geen aangifte van wil opnemen. Door het Bureau BIBOB wordt mishandeling opgepompt tot proporties die in geen verhouding staan met de strafrechtelijke veroordelingen.
En voor één en de zelfde zaak en voor de zelfde situatie meerdere BIBOB adviezen schrijven is ook al niet meer nieuw in Nederland. In Almelo zijn voor de bekende gijzelingszaak van vorig jaar drie BIBOB adviezen geschreven over de zelfde zaak. Het Bureau BIBOB heeft hiermee haar eigen objectiviteit en  integriteit te grabbel gegooid. Hoeveel invloed hebben locale bestuurders op het advies van het Bureau BIBOB. De burgemeester van de gemeente Almelo blijkbaar veel.

4-1-2009 rechtbank Almelo heeft op 22 december 2008 een belangrijk vonnis gewezen.
De gemeente Hengelo (Ov) heeft op basis van een negatief advies van het Bureau BIBOB van het Ministerie van Justitie een verzoek om horecavergunning (artikel 3 Drank- en Horecawet) geweigerd.
De advocaat van de ondernemer is hiertegen in beroep gegaan. De rechtbank Almelo, Sector bestuursrecht heeft in dit kader een belangrijke uitspraak gedaan waarmee het doel van de wet BIBOB duidelijk wordt gemaakt. Ten eerste moet een gemeente zelf al haar ten dienste staande middelen en wettelijke mogelijkheden dan wel verplichtingen gebruiken om een verzoek om vergunning te toetsen aan, in dit kader de Drank- en Horecawet. Het is vervolgens ook niet aan het Bureau BIBOB om zaken op tafel te leggen die het gemeentebestuur op grond van haar wettelijke mogelijkheden zelf boven tafel kan krijgen, zoals een strafblad. En vermoedens blijven vermoedens en zijn nog altijd geen feiten. De rechtbank brengt met deze uitspraak BIBOB weer terug binnen de grenzen van het beoogde doel en tevens binnen de grenzen van het Europese Recht.
Reeds eerder heeft JEEJAR er op gewezen dat iemand op grond van vermoedens een vergunning onthouden schudden is aan de grondvesten van onze rechtsstaat.
De uitspraak van de rechtbank klik hier.

6-11-2008 Het is afgelopen met de coffeeshops in Nederland.
De burgemeesters in Nederland die in hun gemeente een of meerdere coffeeshops hebben hebben daar beleid op vastgesteld. Maximaal een aantal coffeeshops. Of een vermindering van het maximum stelsel.
Sinds enkele jaren is de wet BIBOB van kracht. In deze nieuwe wet staat dat een officier van justitie een zogenaamde tip functie heeft. Dus indien de officier van justitie kennis draagt van bepaalde feiten kan hij de burgemeester inlichten en de burgemeester aanraden op de wet BIBOB toe te passen. Ook op grond daarvan hebben die zelfde burgemeesters beleid vastgesteld. In dat beleid staat dan dat indien de officier van justitie een tip geeft de burgemeester hoe dan ook het BIBOB traject in werking zal stellen. De burgemeesters hebben in hun beleid blijkbaar geen overweging opgenomen dat zij zelf daarin een beslissende stem hebben. Neen, komt er een tip binnen van de officier van justitie dan wordt het instrument BIBOB toegepast. Daarmee verliezen die zelfde burgemeesters de grip op het eigen plaatselijke gebeuren. De burgemeesters bepalen dan niet meer wat er gebeurd maar de officieren van justitie bepalen in de gemeente wat er gebeurd. En de gemeenteraden die daar nooit over hebben nagedacht staan volledig buitenspel. Het resultaat daarvan zal zijn dat binnen één jaar er geen coffeeshop meer in Nederland in exploitatie is en dat alle handel letterlijk op straat ligt.
Aanstaande donderdag 13 mei 2008 om 14.00 uur bij de President van de rechtbank te Arnhem zal in feite de eerste principe procedure worden gevoerd. Deze procedure zal gevolgen hebben voor alle coffeeshops in Nederland. Hierbij komt dat de wet BIBOB wordt misbruikt om tot dat resultaat te komen. Daarvoor is deze wet nooit in het leven geroepen.

8-10-2008 Regionale expertise bureaus als nevenvestiging voor het Bureau BIBOB.
De Minister van Justitie heeft in de begroting ruimte gemaakt voor het opzetten van Regionale expertise bureaus die bij de toepassing van de wet Bibob de zo belangrijke "coleur de locale" moeten gaan invullen. Probleem is dat het landelijke Bureau BIBOB van het Ministerie van Justitie veel te ver weg zit om een feitelijk plaatselijke kijk te hebben op ontwikkelingen betreffende die situaties waarvoor BIBOB eigenlijk is bedoeld. Veel van de ambtenaren die met de vergunningverlening bezig zijn of met de handhaving daarvan hebben weinig kijk op de situatie. Dit probleem is in de afgelopen jaren alleen nog maar groter geworden aangezien na de Commissie van Traa gemeenten zijn begonnen om vergunning verlening en vergunning handhaving uit elkaar te halen. Bij papieren vergunningen zoals bouwvergunningen is dat geen probleem. Bij bijvoorbeeld de horeca vergunningen is dat wel een probleem omdat horeca gaat om ondernemers die niet alleen een vergunning aanvragen maar er ook dagelijks naar horen te werken. Ten aanzien van vergunningen waarbij personen zijn betrokken die dagelijks conform de verleende vergunning moeten handelen blijkt veelal dat papier geduldig is. Bij een aanvraag om vergunning krijgen de vergunning verlenende ambtenaren met de betreffende personen te maken. De handhavende ambtenaren weten dan eigenlijk nog niet eens welk vlees zij in de kuip hebben. En op  het moment dat ze er dan uiteindelijk achter komen is het in de regel te laat.
Om een goede schatting te kunnen maken wat er in een gemeente allemaal gebeurd moeten de ambtenaren regelmatig achter hun bureau vandaan komen en dat niet alleen overdag, maar ook 
 's-avonds, 's-nachts en in het weekend. En op grond van alle bij de gemeente beschikbare gegevens een dossier vormen. Pas dan ontstaat er een beeld over de plaatselijke situatie. Nu de gemeenten daar geen inhoud aan geven is er sprake van een gat in de informatie voorziening. Tijd op dat gat op te vullen met de Regionale expertise bureaus. Deze bureaus worden bemenst door ambtenaren van de sociale recherche, belastingdienst, arbeidsinspectie, vreemdelingendienst en zo mogelijk andere gemeentelijke onderdelen. Tevens hebben de bureau' afspraken met andere inspecties of  opsporingsdiensten. Door dossier aan te leggen krijgen de bureaus niet alleen de plaatselijk kennis maar ook op regionaal niveau. Analyseren van gegevens is daarbij van zeer groot belang.
De Minister van Justitie die hier geld wil insteken moet zich wel bewust zijn dat de inzet structureel moet zijn om het goed te laten functioneren. In het verleden bestonden de zogenaamde RIF-teams. RIF staat hierbij voor Regionale Interdisciplinaire Fraudebestrijding. Deze teams zijn gedurende langere tijd effectief bezig geweest. Echter lijkt het op dat deze een stille dood zijn gestorven en dat nu door het opzetten van de Regionale expertise bureaus hier weer nieuw leven wordt ingeblazen.

5 oktober 2008 Wet BIBOB onder vuur bij het Europese Hof.
De huidige situatie dat het advies van het Bureau BIBOB van het Ministerie van Justitie op het gemeentehuis door belanghebbende (in de regel de vergunning aanvrager) alleen mag worden ingezien staat ter discussie. Doordat een belanghebbende (volgens de wet BIBOB) niet in het bezit mag worden gesteld van het advies, komt daardoor in een nadelige positie terecht ten opzichte van het overheidsorgaan die het advies gebruikt om een beslissing te nemen. Een BIBOB advies bestaat in de regel uit tenminste dertig bladzijden. Doordat de wet BIBOB aangeeft dat de belanghebbende het advies niet in de vorm van een kopie mag hebben ligt nu de vraag voor of deze wet niet in strijd is met de Europese regelgeving en met name ten aanzien van  het begrip "equality of arms". Dat betekent dat ieder de gelijke "wapens" (lees informatie) moet hebben om zich te kunnen verdedigen. Blijkbaar zijn er al geluiden naar boven gekomen dat het betreffende artikel in de wet BIBOB niet overeind kan blijven. Indien dit artikel sneuvelt dan betekent dat dat alle eerdere beslissingen van overheidsorganen op grond van de wet BIBOB niet overeind kunnen blijven. Het woord is aan het Europese Hof.

5 oktober 2008. Gemeenten vergeten verordeningen aan te passen op de wet BIBOB.
Bij het in werking treden van de wet BIBOB zijn diverse andere formele wetten (dat is wetgeving die gemaakt is door de regering, Tweede en Eerste Kamer) gewijzigd. In die wetten zijn bij de mogelijkheid om een vergunning in te weigeren of in te trekken extra bepalingen opgenomen dat die weigering of intrekking ook kan plaatsvinden op grond van een negatief advies van het Bureau BIBOB van het Ministerie van Justitie. Gemeenten hebben in bepaalde gevallen ook een eigen vergunningplicht in de gemeentelijke verordening staan. Dit heeft veelal betrekking op de horeca, speelautomatenhallen en de prostitutie. In de praktijk blijkt echter dat de gemeentelijke wetgever (de gemeenteraad) de plaatselijke verordening veelal niet heeft aangepast. Dit betekent dat er dan geen koppeling is die het mogelijk maakt om een vergunning te weigeren of in te trekken op grond van die plaatselijke verordening in samenhang met de wet BIBOB. Uit een uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State blijkt dat deze rechter tot op heden niet gekeken heeft naar het ontbreken van de noodzakelijke koppeling. Bij één gemeente, die dit ook vergeten is, is bij een rechtsgeding hierop gewezen.

12-09-08 Uitvoeringsfouten in de wet BIBOB of fouten in de wet zelf.
Dat is de vraag die langzamerhand steeds meer naar boven komt.
Eén van de meest essentiële knelpunten van deze nieuwe wet is het aantal verzoeken om advies bij het Bureau BIBOB van het Ministerie van Justitie. Er zijn blijkbaar dusdanig veel aanvragen dat het Bureau niet bij machte is om de adviezen op tijd, en dat is binnen vier maanden, af te leveren. Artikel 15 van de wet is daarin duidelijk. Het Bureau BIBOB probeert deze termijn te rekken met gebruikmaking van het tweede lid van artikel 15 waarin staat dat het uitbrengen van het advies wordt opgeschort op het moment waarop het Bureau aan het advies vragende bestuursorgaan aanvullende gegevens vraagt. Dit botst dan vervolgens weer met artikel 31 van de wet aangezien daarin is vastgelegd dat de termijnen die behoren bij het aanvragen van een vergunning (bijv. voor het horecabedrijf) wordt opgeschort met 4 maximaal 8 weken. Echter door het vragen van aanvullende vragen bij het overheidsorgaan zou dan ook de afhandeling van het verzoek om vergunning eindeloos kunnen worden opgeschort. Deze handelswijze is duidelijk in strijd met de rechtszekerheid en misschien is er wel sprak van detournement de pouvoir en dat wil zeggen dat van artikel 15 tweede lid een ander gebruik wordt gemaakt dan waarvoor dat tweede lid is bedoeld.
Daarnaast is er sprake van nog meer onduidelijkheden. Gemeenten moet in het kader van de wet BIBOB eerst zelf hun zogenaamde huiswerk doen en pas als er dan nog twijfels bestaan kan het officiële BIBOB traject worden ingegaan. In de regel hebben gemeenten zelf formulieren vastgesteld op basis waarvan iemand een verzoek om vergunning kan indienen. Voor het indienen van een horecabedrijf met alcohol heeft de minister zelf het formulier op grond van de Drank- en Horecawet vastgesteld. De vraag in deze is echter wanneer voor een aanvrager van een vergunning het zogenaamde BIBOB traject begint te lopen. In ieder geval niet wanneer hij de gemeentelijke of het door de minister vastgestelde formulier invult en inlevert bij de gemeente. Omdat de minister het formulier heeft vastgesteld heeft de gemeente daarin geen ruimte om nog nadere vragen te stellen. Maar wanneer moet hij er van uitgaan dat de gemeente een BIBOB advies zal aanvragen. Indien de gemeente namelijk officieel een BIBOB advies bij het Bureau BIBOB wil aanvragen dan moet de ondernemer die de vergunning heeft aangevraagd het zogenaamde BIBOB vragenformulier invullen en alle daarin gevraagde bescheiden overleggen. Mag de gemeente eisen dat het BIBOB vragenformulier wordt ingevuld en de gevraagde gegevens worden overgelegd zonder dat de gemeente het Bureau BIBOB advies gaat vragen. Of is het gevolg van die eis dat de gemeente dan zelf verplicht is om het Bureau om advies te vragen. Bij de Drank- en Horecawet mag de gemeente geen andere vragen stellen dan die worden gesteld in het door de minister vastgestelde formulier. Bij de uitvoering van een gemeentelijke verordening zoals APV of horecaverordening staat het de gemeente vrij om zelf formulieren vast te stellen en kunnen er dus veel vragen kunnen worden gesteld. Dit staat overigens wel in schril contrast met inspanningsverplichtingen van de gemeenten om het aanvragen van vergunningen zo eenvoudig mogelijk te maken.
Belangrijk onderdeel van deze vraagstelling ligt in het feit dat artikel 4 zegt dat indien een ondernemer de BIBOB vragenlijst weigert in te vullen dit wordt aangemerkt als een ernstig gevaar en dat betekent vervolgens weer dat zijn aanvraag om vergunning zal moeten worden geweigerd.
Maar voor de ondernemer is het belangrijkste gegeven te weten wanneer hij officieel het BIBOB traject ingaat en zijn verzoek om vergunning wordt opgeschort. Zo lang de gemeente het verzoek niet naar het Bureau BIBOB heeft gezonden is er nog geen sprake van opschorting van de aanvraag om vergunning. Maar 1 á 2 weken voorafgaande aan het tijdstip waarop op de aanvraag beslist moet zijn een BIBOB advies aanvragen kan toch ook niet als behoorlijk worden gezien.
En tenslotte. Bij het behandelen van een bezwaarschrift inzake een negatieve beslissing op grond van een BIBOB advies. Daar moet de gemeente een afzonderlijke bezwaren procedure toepassen omdat de reguliere bezwarencommissie geen inzage mag hebben in het BIBOB advies. De Afdeling bestuursrechtspraak is daar heel duidelijk over. De reguliere gemeentelijke bezwarencommissie wordt niet in de wet BIBOB genoemd als een orgaan dat het advies mag inzien. Er valt dus nog wel wat te repareren.

7-09-08 Wordt BIBOB misbruikt om een eind te maken aan de coffeeshops.
De wet BIBOB heeft als doel het geven van advies aan overheidsorganen die vergunningen of subsidies verstrekken of aanbesteden en om daarbij te voorkomen dat zwart geld door middel van die vergunningen etc. wordt gebruik in de bovenwereld. Dus indien een overheidsorgaan denkt dat er iets met de financiën niet klopt bij een aanvraag om vergunning dan kan zij het Bureau BIBOB van het Ministerie van Justitie vragen om advies uit te brengen. Dit Bureau kan in veel zogenaamde gesloten bronnen kijken. Tevens kan een Officier van Justitie de gemeente (lees burgemeester) een tip geven om een BIBOB advies aan te vragen inzake een bepaalde ondernemer.
Sinds kort is er sprake van een nieuwe richting. Deze nieuwe richting is een soort samenspel tussen de belastingdienst en de politie op jacht naar de zogenaamde achterdeur van de coffeeshops. De belastingdienst is bezig de coffeeshop te onderwerpen aan een zeer ver gaand onderzoek betreffende de boekhouding en vooral betreffende de omzetten. De belastingdienst gebruikt hierbij als leidraad het ingekochte aantal plastic zakjes waarin de softdrugs worden verpakt en verkocht. De coffeeshophouder hoeft geen factuur te overleggen van de inkoop aangezien die uit het niet gedoogde circuit van telers komt. De coffeeshop mag maximaal 500 gram softdrugs aanwezig hebben. Deze voorraad moet per dag diverse keren worden aangevuld. Diegene die zorgt voor de aanvulling wordt niet gedoogd en is ten allen tijde strafbaar bezig. Dus voorraden die worden gebruikt om de 500 gram van de coffeeshop aan te vullen zijn illegaal, niet gedoogd en derhalve strafbaar. Het werkelijke probleem is dat veel van die aanvullende voorraden in feite ook al onder controle staat van de coffeeshophouder. Hij zal wel moeten om enige garantie te kunnen bieden van hetgeen aangeboden wordt. In dat kader is de coffeeshophouder dus strafbaar bezig. De politie die buiten de coffeeshop gaat kijken waar de aanvulling wegkomt zal veelal op een bepaald adres uitkomen. Een inval op een dergelijk adres betekent in de regel het aantreffen van diverse kilo's softdrugs die nog van afval moet worden ontdaan, op kwaliteit moet worden beoordeeld, moet worden gewogen en verpakt. Het aantreffen van meerdere kilo's softdrugs op dat soort adressen levert een proces-verbaal op en zal leiden tot strafrechtelijke vervolging en veroordeling. Veelal is die voorraad dan ook nog eens te herleiden naar de coffeeshophouder. Deze krijgt dan een strafrechtelijke veroordeling. Zoals reeds is aangegeven springt hierbij de belastingdienst er ook nog eens in om mogelijke belastingfraude aan te tonen. Frappant hierbij is dat indien de belastingdienst van mening dat een dergelijke fraude aanwezig is die bevindingen gewoon weer te vinden zijn in het BIBOB advies. Wat is hier bijzonder aan dat is dat de bevindingen van de inspecteur van de belastingen nog niet onherroepelijk zijn en tegen de aanslagen van de belastingdienst beroep kan worden ingesteld. Hoewel in het administratieve recht de bewijsleer aanmerkelijk ruimer ligt is het derhalve in dit geval van zeer groot belang om heel voorzichtig om te gaan met de bevindingen van de belastingdienst.  Intrekken van de vergunning betekent sluiting van de coffeeshop. Wat als later blijkt dat in beroep of hoger beroep de belastingaanslagen van de inspecteur van de belastingen niet overeind kunnen blijven. Indien het Bureau BIBOB een negatief advies heeft afgegeven in verband met vermeende belastingfraude en de gemeente op grond daarvan een vergunning heeft ingetrokken dan valt de grondslag weg onder het negatieve BIBOB advies en dat maakt de intrekking van de vergunning en de sluiting van de inrichting onrechtmatig. De gemeente kan dan worden aangesproken op onrechtmatige daad en zal voor alle daaruit voortvloeiende kosten moeten opdraaien.
De huidige acties van de belastingdienst en politie lijken gestuurd. Indien deze acties op deze wijze worden voorgezet heeft Nederland binnen afzienbare tijd geen coffeeshop meer over. Wie is de aanstuurder van dit beleid. Welke ministers zitten hier achter. Of is het aan actie van ambtenaren waarbij de consequenties daarvan niet worden doorzien. Het Nederlandse coffeeshopbeleid staat op het spel. De eerste rechtszaken tegen de belastingdienst hebben al plaatsgevonden. En met wisselend succes. Bij de belastingkamer van het Gerechtshof te Arnhem is de belastingdienst behoorlijk onderuit gehaald. In een andere procedure heeft het Gerechtshof te Amsterdam een soort richtlijn gegeven. In cassatie bij de Hoge Raad is deze zaak weer terug verwezen naar het Hof.
Strafrechtelijke zaken op dit gebied lopen nog. Maar de richting is bepaald. Weg met de coffeeshops en terug naar de volstrekt illegale handel en het samenkomen van de softdrugs wereld met de harddrugswereld en een enorme verharding in criminaliteit. Denk hierbij maar aan de alcoholdrooglegging in Amerika.
Dat het instrument BIBOB hierbij wordt ingezet is discutabel en riekt naar detournement de pouvoir. Dat wil zeggen dat er een ander gebruik van de wet wordt gemaakt dan waar hij voor bedoeld is.

De wet BIBOB is van toepassing op diverse wetten en zal ook van toepassing worden verklaard op nader aan te wijzen wetten.
 Drank– en Horecawet;
 Plaatselijke horeca wetgeving;

 Prostitutie;
 Subsidie verstrekking;
 
          Bouwwetgeving;
 Transport;
 Woningcorporaties
           Aanbestedingen mbt:
           Milieuwetgeving
           Bouwwetgeving;
           ICT.

Doel van de wet:
Het openbaar bestuur in staat te stellen om zich te beschermen tegen het risico dat criminele activiteiten worden gefaciliteerd, zowel wat betreft in de bestuurlijke rol bij het verlenen van subsidies en vergunningen zowel als in de privaatrechtelijke sfeer bij aanbestedingen en andere verbintenissen.

De wet BIBOB is niet alleen van toepassing bij vergunning verlening maar ook bij de intrekking daarvan.

De hiervoor genoemde wetten zijn aangepast met weigering– en intrekkingsgronden.

Er zijn verre gaande bevoegdheden  toegekend aan het openbaar bestuur, waaronder Provincies, Waterschappen, Politieregio’s en Gemeenten. 

De betreffende overheidsorganen hebben zelf de plicht beleid op te stellen met betrekking tot de uitvoering van de wet Bibob. Daarnaast moeten de overheidsorganen zelf een behoorlijke hoeveelheid zelfkennis in huis hebben voor dat het Bibob traject kan worden opgestart. Dit betekent dat de overheidsorganen als vergunning verlener met betrekking tot de hiervoor genoemde wetgeving een duidelijk informatie punt moeten hebben. Het is eigenlijk de bedoeling dat er per overheidsorgaan één coördinator wordt aangewezen. Daarnaast moeten formulieren voldoen aan de eisen die door het Bureau Bibob van het Ministerie van Justitie daaraan worden gesteld. De diverse zogenaamde kopgroepen hebben ieder op hun vakgebied deze formulieren ontwikkeld. Tenslotte moet het overheidsorgaan een overeenkomst sluiten met het Bureau Bibob van het Ministerie van Justitie.

Als een overheidsorgaan een betrokken situatie zogenaamd Bibobabel vindt dan ligt daar dus al een behoorlijke hoeveelheid zelfkennis en werk aan ten grondslag. Het overheidsorgaan kan dan het wettelijke traject ingaan en tenslotte het Bureau Bibob van het Ministerie van Justitie om advies vragen.

Het hiervoor genoemde voor traject is van wezenlijk belang voor het inhoudelijk slagen van het Bibob traject. JEEJAR heeft met één van de kopgroepen (horeca, prostitutie) meegewerkt en heeft aan de basis gestaan van het hiervoor genoemde voortraject en is de opsteller geweest van gemeentelijk beleid. JEEJAR is tevens betrokken geweest bij de uitgave "Bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit ongewoon gewoon" (uitgebracht door de VNG).
JEEJAR kan u behulpzaam zijn bij het opstarten van het gehele Bibob traject. Neem contact op met JEEJAR.
 

 

21-08-08 Het advies van het Bureau BIBOB niet voor iedereen.
Artikel 28 van de Wet BIBOB geeft exact aan wie het advies mag inzien dan wel het advies mag krijgen. De gemeente die het advies van het Bureau in handen had gesteld van de gemeentelijke bezwarencommissie werd hiervoor door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op de vingers getikt. De vergunning aanvrager of vergunninghouder mag het advies alleen inzien. Het verstrekken van een kopie is hierbij uit den boze. Of dit op gespannen voet staat met het zogenaamde fair play beginsel zal de rechter of misschien het Europese Hof moeten uitmaken.

28 juli 2008 Mag het Bureau BIBOB termijnen oprekken.
Overheidsorganen kunnen het Bureau BIBOB van het Ministerie van Justitie om advies vragen. Het Bureau mag daar, conform het gestelde in artikel 15 jo 31 van de wet BIBOB, er maximaal 8 weken over doen om dat advies uit te brengen. Het Bureau kan aan de aanvrager nadere informatie vragen maar dat kan geen afbreuk doen aan de in deze wet gestelde maximale termijn van 8 weken. Het kan dus ook niet zo zijn dat het Bureau aan de betrokkene nadere gegevens vraagt en vervolgens gaat stellen dat daarmee de in artikel 15 wet BIBOB wordt opgerekt tot een nadere datum. De wet BIBOB kent deze mogelijkheid niet. Er is dan ook sprake van een zogenaamde gebonden wetgeving. Dit betekent dat afwijking daarvan niet mogelijk is. Dit is bijvoorbeeld bij de Algemene wet bestuursrecht wel anders. Daar kunnen termijnen worden verlengd in afwachting van nadere gegevens van de aanvrager. Zoals gezegd kent de wet BIBOB deze mogelijkheid echter niet. Dus Bureau BIBOB hou u aan de aan u bij wet opgelegde termijnen.

21 november 2006.
Gemeenten kunnen bij aanbestedingen wel pré BIBOB fase toepassen.

Zonder een wettelijke verplichting hebben de gemeenten uit oogpunt van integriteit in de besluitvorming wel de mogelijkheid om een zogenaamde pré BIBOB fase toe te passen. Dit betekent dat gemeenten bij de aanbesteding op grond van de WMO veel vragen kunnen stellen over de achtergrond van diegenen die meedingen naar de aanbesteding. Zo kunnen er vragen worden gesteld over de financiële positie, neven gestelde belangen, deelname in andere rechtspersonen.
De gemeenten kunnen hierbij een scala aan open bronnen raadplegen, waaronder het Handelsregister (zie hier onder).

Wet BIBOB niet van toepassing op aanbestedingen die op grond van de WMO plaatsvinden.
Gezien het gestelde in artikel 5 tweede lid van de wet BIBOB en artikel 3 van het Besluit van deze wet vallen de aanbestedingen die voortvloeien uit de WMO niet onder de wet BIBOB.
Nu het bij de aanbestedingen van de WMO over miljoenen gaat kan er niets anders worden geconcludeerd dan dat de regering hier een kans heeft gemist. Waarom is bij het WMO traject hier geen rekening gehouden?

 

 

 

 

 

 

HOMEACTUEEL
GEMEENTEN
HORECA
UWV
BURGER
ONDERNEMER
APV
BIBOB
PROSTITUTIE
VERDOVENDE MIDDELEN
CAMERATOEZICHT
MARKTVERORDENING
KANSSPELEN
BESTUURLIJKE BOETE
OMGEVINGSVERGUNNINGRAMPEN/CALAMITEITENAlGEMENE VOORWAARDEN

 

 J E E J A R

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

JeeJar® 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 BIBOB