JEE

        DURA  LEX

       JURIDISCH ADMINISTRATIEF RECHT

Artikel 2.6.1   Begripsomschrijvingen consumentenvuurwerk

 

 

 

 

 

Consumentenvuurwerk waarop het Besluit van 22 januari 2002, houdende nieuwe regels met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk (Vuurwerkbesluit) van toepassing is. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Toelichting

Deze afdeling geeft regels omtrent de verkoop en het bezigen van consumentenvuurwerk rond en tijdens de jaarwisseling, in aanvulling op het Besluit van 22 januari 2002, houdende nieuwe regels met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk (verder te noemen Vuurwerkbesluit). Het Vuurwerkbesluit is op 1 maart 2002 (grotendeels) in werking getreden.

Het Vuurwerkbesluit strekt tot integrale herziening van het Vuurwerkbesluit Wet milieugevaarlijke stoffen waarbij zowel de regelgeving voor consumentenvuurwerk als die voor professioneel vuurwerk in één nieuwe algemene maatregel van bestuur worden geïntegreerd. Het Vuurwerkbesluit beoogt de gehele keten van het invoeren dan wel vervaardigen of assembleren, verhandelen, uitvoeren, opslaan, bewerken en afsteken van vuurwerk te reguleren, met inbegrip van bepaalde vervoershandelingen met vuurwerk. De regels ten aanzien van het vervoer van vuurwerk zijn gesteld ter uitwerking van artikel 3 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (Wvgs).

Het Vuurwerkbesluit kent dus regels voor zowel consumentenvuurwerk als professioneel vuurwerk. De regels inzake professioneel vuurwerk zijn voor deze afdeling niet relevant. 

Definitie consumentenvuurwerk
Voor de omschrijving van het begrip çonsumentenvuurwerk’ is aansluiting gezocht bij de omschrijving daarvan in het Vuurwerkbesluit. Consumentenvuurwerk wordt in het Vuurwerkbesluit als volgt gedefinieerd: ‘vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik’ (artikel 1.1.1. lid 1). Consumentenvuurwerk dient te voldoen aan welomschreven productveiligheidseisen, zoals uitgewerkt in de Regeling Nadere eisen aan vuurwerk (Stcrt. 243, 1997).

Als consumentenvuurwerk wordt in ieder geval aangemerkt vuurwerk dat bestemd is voor particulier gebruik – aldus artikel 1.1.2 van het Vuurwerkbesluit – indien:
1.
       het tot ontbranding wordt gebracht door een particulier;
2.
       het te koop wordt aangeboden of ter beschikking wordt gesteld aan, gekocht of besteld
         door een particulier;
3.
       het aangetroffen wordt bij een particulier;
4.
       het binnen het grondgebied van Nederland wordt gebracht of voorhanden wordt gehouden
          met het oogmerk het aan particulieren ter beschikking te stellen of
5.
       het is voorzien van de aanduiding: Geschikt voor particulier gebruik.
 

Het Vuurwerkbesluit is ingevolge artikel 1.1.3 niet van toepassing op:
-
          vuurwerk waarvoor regels zijn gesteld bij het Warenwetbesluit Speelgoed, zoals
           klappertjes voor speelgoedpistolen;
-
          vuurwerk dat bij de Nederlandse krijgsmacht, bij de krijgsmacht van een
           bondgenoodschappelijke mogendheid of bij de politie in gebruik of beheer is;
-
          vuurwerk dat in het kader van internationaal vervoer per zeeschip of vliegtuig binnen het
           grondgebied van Nederland wordt gebracht en niet in Nederland wordt gelost of rechtstreeks
           wordt overgeladen naar een ander zeeschip onderscheidenlijk vliegtuig.

 Fop- en schertsvuurwerk

Fop- en schertsvuurwerk is een aparte groep consumentenvuurwerk, genoemd in bijlage 1 van de Regeling Nadere eisen aan vuurwerk. Het gaat hierbij onder meer om boobytraps, sterretjes, knalbonbons, confettibommen, trektouwtjes, Bengaalse lucifers en Bengaalse handfakkels. Aan al deze voorwerpen worden eisen gesteld aan de lading. De lading van fop- en schertsvuurwerk is (veel) kleiner dan de lading van overig consumentenvuurwerk. De voorschriften opgenomen in bijlage 1 van het Vuurwerkbesluit zijn niet van toepassing, indien er binnen de inrichting niet meer dan 200 kg fop- en schertsvuurwerk aanwezig is. Op grond van artikel 2.3.7 van het Vuurwerkbesluit is fop- en schertsvuurwerk het hele jaar door verkrijgbaar en kan het ook gedurende het hele jaar worden afgestoken.

 Uniforme regels verkoop en afsteken consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling

Het Vuurwerkbesluit kent voor de verkoop en het afsteken van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling een aantal uniforme regels:
-
          een verbod om consumentenvuurwerk ter beschikking te stellen aan een particulier
           (artikel 2.3.2 lid 1);
-
          dit verbod geldt niet op 29, 30 en 31 december met dien verstande dat als een van deze
           dagen een zondag is het verbod eveneens op die zondag geldt, in welk geval het verbod om
           vuurwerk ter beschikking te stellen dan niet geldt op 28 december (artikel 2.3.2 lid 2);
-
          een verbod per levering meer dan tien kilogram consumentenvuurwerk aan een particulier
           ter beschikking te stellen (artikel 2.3.3);
-
          een verbod om consumentenvuurwerk aan een particulier bedrijfsmatig ter beschikking te
           stellen op een andere plaats dan een verkoopruimte die voldoet aan de in bijlage 1 gestelde
           voorschriften en de door het bevoegd gezag overeenkomstig artikel 2.2.3 gestelde nadere
           eisen (artikel 2.3.4);
-
          een verbod om consumentenvuurwerk bedrijfsmatig ter beschikking te stellen aan personen
           die jonger zijn dan zestien jaar (artikel 2.3.5);
-
          een verbod vuurwerk tot ontbranding te brengen op een ander tijdstip dan tussen
           31 december 10.00 uur en 1 januari 2.00 van het daarop volgende jaar (artikel 2.3.6). 

De bepaling 2.6.2 en 2.6.3 van de model-APV zijn gebaseerd op artikel 149 Gemeentewet en zijn een aanvulling op de uniforme regels voor de verkoop en afsteken van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling, zoals gesteld in het Vuurwerkbesluit.